Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Rozen in de nacht Zodra de nacht ten hemel klimt, is heel de aarde aan ons, en aan de goden. Dan gaan wij van de velden naar de bron, van duister bos naar open plekken, waar onze blote voeten ons maar willen voeren. De kleine sterren schitteren voldoende voor de kleine schaduwen die wij zijn. Soms vinden wij - onder de lage takken - ingeslapen hinden. Maar fijner in de nacht dan al het andere, is een plekje dat alleen aan ons bekend is en dat ons aantrekt dwars door 't woud: een bosje mysterieuze rozen. Want vergeleken bij de geur van rozen in de nacht is er niets goddelijker op aarde. Hoe kan het toch dat ik ten tijde dat ik alleen was, me er niet bedwelmd door voelde. Vorige Volgende