vooral de eerste werkelijke schakels leggen tussen Londen en het verzet in België. Hij brengt o.m. geld mee, stelt zich in verbinding met de leiders van de verschillende hem bekende organisaties, Zero, Luc en Clarence. Hij deelt hen mee wat ze in Londen van hen verwachten, op welk gebied ze het verdienstelijkst kunnen zijn en op welke wijze ze zich het best kunnen organiseren.
De inlichtingsdiensten, op hun beurt, hebben eindelijk de kans om hun wensen duidelijk en direct te formuleren. De voornaamste is natuurlijk die van een permanente radioverbinding, d.w.z. radio-operateurs en zenders.
Nog vóór Vandermies naar Londen terugkeert, zullen de radio-operateurs met hun materiaal gedropt worden. De verbinding tussen bezet België en Londen zal voortaan niet meer worden onderbroken. Van dat ogenblik af gaan trouwens de inlichtingsorganisaties in België hun definitieve vorm aannemen; voorgelicht over de noden van de geallieerde legerleiding, attent gemaakt op de gevaren die hen bedreigen en de wijze waarop ze hun veiligheid kunnen verhogen, wegwijs gemaakt in de eisen van hun uiterst moeilijke opdracht, in voortdurende rechtstreekse verbinding met Londen gaan de netten zich organizeren op een gezamenlijk patroon, op een model dat Clarence trouwens al van het begin af is gaan opbouwen.
Van 1941 af zullen deze netten worden aangevuld door met speciale opdrachten belaste parachutisten. Zo wordt, in augustus 1941, de Belgische ingenieur Hector Marquet samen met een radio-operateur, boven Cerfontaine gedropt. Marquet luistert naar de schuilnaam Mill, zijn metgezel naar die van Millstone. Zij moesten een zelfstandig net vormen dat, net als de andere organisaties, informatie nopens militaire aangelegenheden, het transport, de economie en de politiek moet verzamelen en doorspelen in samenwerking trouwens met de al bestaande netten, vnl. Clarence en Zéro. Later, we zullen het zien, zal Mill zich gaan specialiseren in de spoorwegen en er voor Londen een open boek van maken.
In juni 1942 landen Antoine Jooris en Auguste Dubuisson met de opdracht een inlichtingsdienst in België op te richten die totaal onafhankelijk van alle andere zou werken en het bijgevolg mogelijk zou maken om de informatie, verstrekt door de bestaande organisaties, met die uit een totaal verschillende bron te vergelijken. Dat is het begin van de dienst Bayard.
Intussen zijn ook spontaan een aantal andere netten gestart.
Wanneer wij ons beperken tot de organisaties, die een zekere specialisatie hebben gekozen, kunnen wij b.v. Boucle vermelden, een net dat zijn werkzaamheden tot in het hart van Duitsland zelf uitstrekt en, onder veel andere informatie, inlichtingen over het V-1 en V-2 rakettencentrum in Peenemünde doorgaf.
Ook Beagle, een organisatie die de geallieerde luchtmacht inlichtte over de meteorologische omstandigheden boven West-Europa en Duitsland. Mettertijd komen ook diensten tot stand als Gilles, die de Londense regering vooral op politiek en administratief gebied voorlicht, terwijl o.m. Zero en Luc hun activiteit tot Nederland en voornamelijk Frankrijk uitbreiden.
In 1944 bestaan er in België 36 inlichtingsdiensten, met zes buitenlandse afdelingen.
De groepen en groepjes, telkens gestart met enkele mensen, tien, vijftien maximum, hebben in 1944 een ledenaantal van 18 000 man bereikt.