Mandsjoekwo, en het gaat tijdens de volgende jaren voort zijn bezittingen op het Chinese vasteland uit te breiden.
Met deze expansie zijn benevens China, twee andere mogendheden begaan. De Verenigde Staten van Amerika, flink op weg de Engelse heerschappij over de zee over te nemen, hebben teveel belangen in China en in de Stille Oceaan om de Japanse politiek veel sympathie te gunnen. Maar de mogendheid die zich het meest tegen Japan gaat opstellen, die het sterkst de bedreiging van Tokio begint te voelen, is de Sovjet-Unie.
Zij heeft met China en de nu door Japan genaaste gebieden, lange gemeenschappelijke grenzen. Zij geeft duidelijk te kennen, dat zij in gebieden, die niet officieel tot de Sovjet-Unie maar tot haar sfeer behoren, zoals Buiten-Mongolië en Sin-Kiang, geen Japans initiatief zal dulden.
Daarom de anti-Sovjet houding van Tokio en het tot stand komen van de as Tokio-Berlijn.
Op dit ogenblik zijn ook de betrekkingen tussen de twee grote fascistische landen in Europa, Duitsland en Italië, veel beter geworden. Want, in tegenstelling tot hetgeen men van regimes met gelijkaardige ideologische inslag, bovendien nog beide teleurgesteld met hun nationaal statuut, zou kunnen verwachten, is de verstandhouding tussen Hitler en Mussolini aanvankelijk slecht.
De oorzaak hiervan is Oostenrijk. De Duitse diktator, zelf van Oostenrijkse oorsprong, heeft steeds de vereniging vooropgesteld van alle Duitssprekende naties onder één gezag en wil graag beginnen met zijn vroeger vaderland. Nu is één van de weinige voordelen die Italië uit de wereldoorlog heeft gehaald, het Duitssprekende gebied van Zuid-Tirool, dat het van Oostenrijk heeft afgenomen. Hitler in Oostenrijk betekent noodzakelijkerwijze moeilijkheden betreffende Zuid-Ti-rool. Mussolini is dus weinig pro-Hitler of pro-Duits en leunt meer bij Frankrijk aan.
Dit schrikt Hitler trouwens niet af, want van de machtsovername af ontketent hij een offensief tegen Oostenrijk. Dit is intussen ook fascistisch geworden onder de leiding van kanselier-diktator Dolfuss. Wanneer Dolfuss door nationaal-socialisten wordt vermoord en Hitler zich nog te zwak voelt om alléén de losbrekende storm het hoofd te bieden, bindt hij in; hij sluit met Dolfuss' opvolger Schussnig een akkoord en onderhoudt voortaan vriendschappelijke betrekkingen met Oostenrijk. Italië's antipathie voor Duitsland heeft momenteel geen reden van bestaan meer. Intussen is de Frans-Italiaanse toenadering evenwel nog gegroeid. Frankrijk, dat sedert Hitler's bewind een offensief in alle richtingen voert, heeft ook getracht Italië nog meer dan vroeger aan zijn zijde te hebben; begin 1935 heeft het een aantal nog in bespreking zijnde twistpunten geregeld en aan Mussolini belangrijke toegevingen gedaan. De Franse eerste-minister Pierre Laval heeft anderdeels laten verstaan, dat Frankrijk Italië zou laten begaan bij gebeurlijke initiatieven tegenover Ethiopië in Oost-Afrika.
Wanneer evenwel, in oktober 1935, Italiaanse troepen het Ethiopische keizerrijk binnenvallen, staat Frankrijk voor zeer grote moeilijkheden, want ook Ethiopië is lid van de Volkenbond en derhalve beschermd door de kollektieve veiligheid. Niettegenstaande herhaalde diplomatieke interventies van Laval, waaruit duidelijk Frankrijk's bedoeling blijkt de Italiaanse bondgenoot te sparen, brengt de Volkenbond het toch zover dat ekonomische sankties tegen de aanvaller worden aanvaard. Hoe ongraag ook, Frankrijk is verplicht zoals de andere landen te stemmen; meteen is het met de Frans-Italiaanse vriendschap gedaan. De ekonomische sankties verhinderen Italië niet Ethiopië geleidelijk helemaal te bezetten en het, in mei 1936, in te lijven en zichzelf uit te roepen tot keizerrijk. Kort daarop worden trouwens de sankties ingetrokken en heeft de Volkenbond een nieuwe, zware nederlaag geleden.
De politiek van Mussolini is nu evenwel definitief pro-Duits geworden. Want Frankrijk is Italië niet alleen tijdelijk ontrouw geweest; Pierre Laval is van het toneel verdwenen sedert het Volksfront in Frankrijk heeft gezegevierd. Voor Mussolini valt van een land, dat nu wordt beheerst door linkse, uitgesproken anti-fascistische krachten, weinig of niets meer te verwachten.
Hij wijzigt in gelijke mate zijn houding tegenover Duitsland. Dit land heeft een regime dat ideologisch met het Italiaans fascisme verwant is; aan de andere kant is Hitler beslist sympathieker geworden sedert hij zijn Oostenrijk-politiek heeft gewijzigd en Zuid-Tirool niet meer wordt bedreigd. Hij heeft trouwens, op zijn beurt, het bewijs geleverd dat hij Italië een goed hart toedraagt: waar het voor Duitsland mogelijk was heeft het de Ethiopische onderneming van Mussolini gesteund.
Zo komt, zij het nog niet officieel, de as Rome-