nog een andere term de kommunistische woordenschat verrijken: deze van het ‘sociaal-fascisme’. Wanneer het kapitalisme zijn moeilijkheden niet kan oplossen binnen het parlementair systeem, dan zoekt het naar krachtiger methodes. Deze vindt zij in het fascisme. Vandaar, voor de kommunisten, de twee voornaamste handlangers van het kapitalisme: links de ‘sociaal-fascisten’, rechts de fascisten.
Na mei 1935 treedt ook op dit gebied verandering in.
De kommunistische partij die, althans buiten de Sovjet-Unie, een internationale partij is, die geen ander vaderland erkent dan dit van het proletariaat, wordt nu een nationale partij. Op haar feesten zingt men, benevens de Internationale, ook de Marseillaise en wordt de rode vlag geflankeerd door de Franse driekleur. Nog meer revelerend is het feit dat de Franse kommunistische partij, in 1935 nog altijd in de oppositie, de kredieten voor de landsverdediging goedkeurt. Pierre Laval brengt trouwens extra uit Moskou de zegen van Stalin mee voor de Franse militaire politiek. Tegelijkertijd onderneemt de kommunistische partij ook een toenaderingspoging tot de socialistische partij. Zij doet voorstellen voor een gezamenlijk programma en bereikt snel een overeenkomst met de vroegere tegenstrever. Zij gaat evenwel nog veel verder en dringt erop aan front te vormen niet alleen met de socialisten maar ook met de radikaal-socialisten van Herriot en Daladier.
Dit laatste is wel een bijzondere verrassing. Want de radikaal-socialisten zijn in Frankrijk helemaal geen arbeiderspartij; zij vertegenwoordigen de middenstand, de kleine burgerij, een gedeelte van de landbouwers. Gehecht aan het bezit hebben zij met socialisten en kommunisten buiten het anti-klerikalisme weinig gemeen; maar hun leiders zijn zich ervan bewust dat de stemming in het land naar links gaat om redenen van zowel binnenlandse als buitenlandse aard. Zo zij misschien weinig zullen winnen aan een verbond met de twee arbeiderspartijen, bestaat de mogelijkheid de verliezen te beperken.
Voor kommunisten en socialisten zijn de radikaal-socialisten onmisbaar, willen zij bij parlementsverkiezingen de meerderheid behalen.
Zo ontstaat onder de drie partijen een akkoord. De bijval die het bij de bevolking vindt, komt tot uiting op Frankrijk's nationale feestdag. De 14de juli 1935 manifesteren honderdduizenden mensen in het hele land om uiting te geven aan hun enthoesiasme voor het drieledig verbond en aan hun verlangen een Volksfrontregering tot stand te zien komen.
De Franse wetgevende verkiezingen zijn inderdaad in aantocht. De 26ste april en de 3de mei 1936 moet het Frans parlement worden hernieuwd; zo de drie partijen van het Volksfront de meerderheid halen, kan opnieuw een progressieve periode in de Franse geschiedenis beginnen en, wie weet, een beter regime tot stand komen. Want voor een groot gedeelte van Frankrijk gaat, met de eenheid onder de linkse partijen, de hoop ontstaan op een nieuwe Franse revolutie, die wellicht op wettelijke wijze de veroveringen van de ‘grote’ revolutie op sociaal gebied moet aanvullen.
De rechtse groeperingen voelen dat het nu menens wordt; erger, het gevoel begint te groeien dat zij voet beginnen te verliezen met het gevolg dat het geweld terug op straat komt. De leider van de socialistische partij, Léon Blum, wordt bijna vermoord tijdens de verkiezingskampagne. Daarop wordt de Action Frasnçaise ontbonden en Charles Maurras tot een gevangenisstraf veroordeeld.
De twee verkiezingsdagen geven de drie linkse partijen een duidelijke stemmenmeerderheid (5.600.000 tegen 4.200.000) maar vooral, dank zij hun verstandhouding inzake elektorale taktiek, een geweldig overwicht in het parlement. Het ziet er naar uit dat het Franse volk zichzelf een nieuwe, sociale republiek heeft gegeven.
Léon Blum, die de nieuwe regering voorzit, is evenwel niet de geschikte man om deze droom in daden om te zetten. Zijn bewind begint trouwens zeer slecht; niettegenstaande de drukking van de bevolking, die onmiddellijk na de zegepraal begint te manifesteren voor aktie, niettegenstaande hij zelfs door de zeer konservatieve president van de Franse republiek tot handelen wordt aangespoord, wacht Léon Blum.
Het nieuw gekozen parlement kan, volgens de regels, niet onmiddellijk bijeenkomen; het kan zich dus ook niet onmiddellijk voor vertrouwen in de nieuwe regering uitspreken. Daarom treuzelt Léon Blum een maand lang, zo lang dat hij de hele Volksfrontregering in het gedrang brengt. Want de bevolking, die wat meer had verwacht van haar nieuwe premier dan de obsessie van