no toegelaten tot de Volkenbond en in principe een gelijkwaardige onafhankelijke mogendheid, ontwapend.
Hitler duldt deze feitelijke ongelijkheid niet lang en Duitsland verlaat reeds einde 1933 én de ontwapeningskonferentie én de Volkenbond. Het blijft evenwel niet bij dit spektakulair gebaar: Hitler begint in het geheim te bewapenen. Einde 1933 wordt de beslissing getroffen het Duitse leger, dat volgens Versailles 100.000 man sterk mocht zijn, op te voeren tot 300.000. Versailles had de sterkte van de Duitse vloot beperkt; in 1934 wordt, eveneens in het geheim, bevolen de vloot uit te bouwen zonder rekening te houden met het vredesverdrag. Intussen organiseert Hermann Goering de Luftwaffe. De fabrieken voor burgerlijke luchtvaart gaan, steeds in het geheim, oorlogsvliegtuigen produceren; de Liga voor Luchtsport traint de militaire piloten.
Begin 1934 worden trouwens de plannen goedgekeurd voor de mobilisatie van 240.000 bedrijven, die in de oorlogsproduktie worden ingeschakeld. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke aktiviteit, hoe handig men in Duitsland ook te werk gaat om ze ondergronds te houden, niet kan ontsnappen aan de aandacht van de ex-geallieerden. Maar Hitler's politiek maakt gebruik van de steeds groeiende tegenstellingen tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Met de jaren is de verstandhouding tussen beide landen inderdaad steeds slechter geworden. Op het huidig ogenblik, in volle ekonomische krisis, in volledige onenigheid ook betreffende haast alle internationale vraagstukken waaronder deze van de ontwapening, zijn de Frans-Britse betrekkingen bijzonder koel geworden.
Ook de binnenlandse toestand in Frankrijk waar de mogelijkheid steeds groter wordt, dat een Volksfront tot stand zal komen, is niet van die aard dat de konservatieve Engelse regering dichter bij de vroegere bondgenoot wordt gebracht. Integendeel, zij zet de politiek, die zij reeds te Versailles tegenover Frankrijk begon te volgen, voort; het heeft nooit de belangen van Groot-Brittannië gediend Frankrijk de militaire alléénheerschappij te laten op het kontinent; zij blijft ook na Hitler's machtovername een evenwichtspolitiek voeren met Duitsland en Frankrijk aan beide kanten van de weegschaal. Men mag dus de mogelijkheid niet buiten beschouwing laten dat zij met een zekere sympathie het aan de macht komen begroet van een stabiel, sterk regime. Engeland wenst, tot op zekere hoogte, de Duitse herbewapening.
Frankrijk leeft, sedert begin 1934, in volle agitatie. Het zou wel willen optreden maar kan dit niet alléén. Voorlopig blijft derhalve alle daadwerkelijke reaktie tegen de Duitse herbewapening uit.
Hitler trekt van zijn kant de konklusies uit zijn eerste suksessen. Hij is in Duitsland steeds populairder; het land wordt uit de depressie getrokken en herademt; de spektakulaire buitenlandse politiek treft de gevoelige anti-Versailles-snaar van de hele Duitse bevolking.
Wanneer president Hindenburg in 1934 sterft kiest Duitsland Hitler met een overdonderende meerderheid als zijn opvolger: 38 miljoen stemmen vóór, 4 miljoen tegen. Het buitenland ziet in dit plebisciet het bewijs dat de Führer, die nu tegelijk president en rijkskanselier is, praktisch elke oppositie overwonnen heeft en de onbetwiste leider is van het hele Duitse volk. Hij is er trouwens in geslaagd op zeer korte tijd aan Duitsland het imago te geven van een land, dat weet wat het wil. Het is op eigen kracht uit de ekonomische krisis geraakt en terug op weg om een grote mogendheid te worden.
Het Duitse imago werkt aanstekelijk; hiervan is de Saar een sprekend voorbeeld. Na de oorlog hadden de verbondenen het Saargebied van Duitsland gescheiden en het beheer ervan toevertrouwd aan de Volkenbond. Na verloop van tijd evenwel zou de bevolking van dit sterk geïndustrialiseerd gebied haar eigen lot mogen bestemmen en kiezen tussen Volkenbond, Frankrijk of Duitsland.
Wanneer, in januari 1935, de volksraadpleging wordt gehouden beslist de Saar, met 477.000 tegen 48.000 stemmen, terug te keren naar het Duitse rijk.
Onmiddellijk daarna, en er op rekenend dat de verwijdering tussen Frankrijk en Groot-Brittannië weer elke werkelijke reaktie zal beletten, neemt Hitler zijn eerste groot internationaal risiko. In maart 1935 zegt hij de militaire klausules van het verdrag van Versailles unilateraal op. Duitsland stelt de algemene legerdienstplicht in en brengt officieel de sterkte van het Duitse leger op 550.000 man.
Voor Frankrijk en voor Groot-Brittannië zijn deze maatregelen een kaakslag; toch blijft elke tegenstand uit. Integendeel, Groot-Brittannië is al