Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1
Afbeelding van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.23 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1

(1973)–Paul Louyet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De verloren vrede (1918/1939)


Vorige Volgende

14 / De rechtse ‘revolutie’

Wanneer, onmiddellijk na de wapenstilstand, Italië een reeks eisen verdedigt waarop het, als mede-overwinnaar, meent recht te hebben, wordt het zeer snel teleurgesteld. De Verenigde Staten weigeren te Versailles rekening te houden met de beloften, die Engeland en Frankrijk tijdens de oorlog in het geheim aan Italië hebben gedaan om het land er toe aan te zetten partij te kiezen voor de geallieerden.

Meteen wordt Italië een wrokkig, ontevreden land waarvan de nationale trots is gefrustreerd geworden. Het zal dan ook een vlaag van hypernationalisme meemaken, die zal bijdragen tot het politiek fortuin van een socialistisch renegaat, Benito Mussolini. Wanneer hij een kampagne gaat voeren voor een sterk en vooral groter Italië, zal hij spreken naar het hart van een flink gedeelte van de Italiaanse bevolking, vnl. de middenstand.

Bovendien verslechtert, vlak na de oorlog, de ekonomische toestand gevoelig in Italië. Wanneer het sociaal klimaat aanleiding tot woelingen geeft, begint de middenstand te vrezen dat het systeem de moeilijkheden niet zal te boven komen en dat een ‘rode’ omwenteling voor de deur staat. Teleurgesteld door de bestaande traditionele politieke partijen, te zeer in het bestel vastgeroest, gaat de middenstand, reeds verleid door Mussolini's droom van nationale glorie, in steeds grotere mate tot het fascisme over. Achter de schermen trekken de bezittende klassen, de adel, het groot-grondbezit, de nijverheden, tot de Kerk en de monarchie toe, aan de touwtjes. Zij wijzen de richting aan, de middenstand levert de stoottroepen.

Het komt tot bloedige botsingen met de linkse groeperingen. Mussolini organiseert een terreurregime, tijdens hetwelk Italië een ongelooflijk aantal politieke moorden kent, aanslagen op lokalen van arbeidersorganisaties, brandstichtingen enz. In oktober 1922 neemt Mussolini zonder veel moeilijkheden de macht in handen. Een eerste bewijs is geleverd, dat de kombinatie van sociale en nationale frustraties kan leiden tot de gewelddadige opheffing van de demokratie; dat de leidende standen, wanneer de bestaande sociaal-ekonomische orde wordt bedreigd, liever hun privilegies dan het parlement behouden en zich massief gaan opstellen achter het fascisme. Tegelijkertijd wordt het ook duidelijk, dat de afweermogelijkheden van de arbeidersklasse overschat werden en kordaat optreden, zo nodig begeleid door terreur en bloedvergieten, de arbeidersorganisaties voor voldongen feiten stelt, zonder dat een tegenoffensief waarschijnlijk wordt.

Hetzelfde scenario wordt, in het begin van de jaren dertig, herhaald in een land dat nog veel meer dan Italië onder kompleksen gebukt gaat: Duitsland.

[pagina 65]
[p. 65]

Wanneer de krisis in 1931 in Duitsland uitbreekt, vindt zij er een uiterst geschikte bodem voor de chaos die zij gaat veroorzaken.

Wel heeft het land sedert het Dawes-plan en Locarno een grote voorspoed gekend, maar het bevindt zich onmiddellijk, en haast op elk gebied, in zeer wankelbaar evenwicht.

In de eerste plaats is de Duitse ekonomie, in grote mate wederopgebouwd door een herhaald beroep op het Amerikaans kapitaal, zeer sterk op Wall Street ingesteld. Wanneer deze bron van kredieten, gezien de overweldigende Amerikaanse moeilijkheden, gaat opdrogen, is het duidelijk dat voor Duitsland sombere dagen aanbreken.

Ten tweede blijft het verdrag van Versailles voor de meeste Duitsers een zeer gevoelige plek. De oorlog is nu meer dan tien jaar voorbij en nog is het land niet vrij in zijn doen en laten: het Rijn-gebied is immers blijvend gedemilitariseerd, het Duits leger beperkt tot een minimum aantal vrijwilligers, de Duitse vloot tot symbolische cijfers herleid. Geen duikboten, geen vliegtuigen, geen zwaar geschut. De oorlogsindustrie werd vanzelfsprekend in dezelfde mate tot het uiterste begrensd.

Deze verplichtingen zouden Duitsland minder hard zijn gevallen mochten de geallieerden woord houden. Deze hebben, na Locarno, beloofd zelf te ontwapenen; maar de grote, Internationale Ontwapeningskonferentie wordt reeds sedert jaren voorbereid en zij komt niet bijeen precies omdat de geallieerden niet willen ontwapenen. Duitsland is wel terug opgenomen in het ‘koncertrs’ der naties, maar feitelijk wordt het nog altijd het statuut van een onafhankelijk land geweigerd.

Daarbij komt nog dat de kwestie van Duitsland's schuld aan de oorlog blijft voortetteren precies alsof er geen Locarno ware geweest. De geallieerden hebben te Versailles Duitsland de bekentenis ‘gedikteerd’ dat het alléén verantwoordelijk voor het konflikt was. Wij hebben gezien met welke gevolgen: herstelbetalingen, bezetting van de Roer, inflatie en de ruïne van de Duitse middenstand. Aan hun ‘schuld’ worden de Duitsers trouwens elk jaar weer herinnerd, wanneer de vervaldag van de herstelbetalingen terugkomt.

Het lijdt daaarvoor geen twijfel, dat heel Duitsland de herziening van het verdrag van Versailles niet alleen wenst, maar dat ook het leven van elke Duitse regering hoe langer hoe meer afhangt van de houding die het tegenover het ‘diktaat’ aanneemt. Het resultaat is uiteraard niet zeer gunstig voor het regime. De republiek, die in 1919 officieel werd uitgeroepen, heeft te Versailles moeten aanvaarden wat de geallieerden het wilden geven. Voor uiterst rechts is zij een kind van de nederlaag en zelfs van het verraad; voor uiterst links heeft zij een formele demokratie tot stand gebracht, maar de vroegere overheid aan het gezag gelaten. Zij vindt alleen gehoor bij de gematigden die evenwel, in een zo sterk verscheurd land als Duitsland na de nederlaag, niet alleen minder talrijk zijn dan normaal, maar ook niet bereid zijn de nodige offers te brengen om het zwak regime in leven te houden. De korte geschiedenis van de Duitse republiek is derhalve zeer bewogen geweest. Nog vóór zij officieel tot stand komt is het revolutie in Duitsland; begin 1919 wordt de Spartakus-opstand bloedig onderdrukt. In 1920 komt een poging van uiterst rechts: de Kapp-putsch; zij mislukt dank zij de algemene staking. 1921: weer een putsch, ditmaal van de kommunisten; weer een mislukking. In 1923, tijdens de bezetting van de Roer, mislukte pogingen zowel van rechts als van links. Daarna is een begin van vrede gekomen, met het Dawes-plan en met Locarno. Duitsland heeft, in de voorspoed van de jaren 25-30 zoniet zijn evenwicht dan toch de rust gevonden. De Duitse bevolking schijnt met de republiek vrede te nemen; deze zal alleszins, zolang het bestel in staat is het volk in leven te houden, geen bloedige incidenten van formaat meer meemaken.

Wanneer evenwel de grote Darmstädter und Nationalbank in 1931 faalt en ook in Duitsland de krisis uitbreekt, begint voor de republiek de doodsklok te luiden. Zij zal niet bestand zijn tegen de kombinatie van bestaande nationale frustraties met de gevolgen van de depressie.

Deze neemt inderdaad geweldige afmetingen aan. De ondernemingen sluiten bij duizenden, het aantal werklozen stijgt tot in de miljoenen. In Duitsland, net als elders, stort het kapitalistisch bestel in elkaar. Nochtans zal de toestand niet, zoals in de rijkere, zegevierende landen, aanslepen en langzaam verrotten; in Duitsland wordt hij, gezien de wankele grond waarop het land werd wederopgebouwd, onmiddellijk explosief.

De bezittende klassen zijn de mening toegedaan dat de revolutie, die in 1919 voor de deur stond, een nieuwe en grotere kans dan ooit te voren krijgt. In 1919 hadden zij nog een leger ter be-

[pagina 66]
[p. 66]


illustratie
1




illustratie
2




illustratie
3
de ruk naar rechts
Grotendeels geruïneerd, eerst door de inflatie van 1923, daarna door de depressie, werd een steeds belangrijker gedeelte van de Duitse bevolking, vnl. de middenstand, diep ontgoocheld door het Weimarregime.
Het zou daarom steeds meer de N.S.D.A.P. gaan volgen van Hitler, Goering en Goebbels (1) en deze uiteindelijk aan de macht brengen in 1933. Kort daarop maakte Hitler gebruik van de brand van het Reichstaggebouw, toegeschreven aan een Nederlander, de kommunistische bouwarbeider Van der Lubbe (2). Hij ontketende tegen al zijn politieke tegenstrevers de ‘bruine’ terreur.
De buitenwereld wist hier weinig of niets van af en zag van het nieuwe Duitse regime alleen maar de grootscheepse monsterbetogingen en massameetings (3).


[pagina 67]
[p. 67]


illustratie
4




illustratie
5




illustratie
6
de ruk naar rechts
Het fascisme, waarvan het nationaal-socialisme een variante was, kwam eerst in Italië aan de macht, dank zij een kombinatie van nationale frustraties en ekonomische ontreddering.
Het nieuwe regime in Duitsland zou onmiddellijk trachten steun te vinden bij de Italiaanse dictator, Benito Mussolini. Op foto 4 was het nog de nieuweling die door de Duce werd ontvangen; later, wanneer telkens Hitler's ‘coups’ bleven slagen en Duitsland zich opnieuw ontwikkelde tot een militaire macht van eerste grootte (5), werden de bordjes verhangen en was het Hitler die wereldnieuws maakte. Het kwam weldra tot een as Rome-Berlijn (6).


[pagina 68]
[p. 68]

schikking om revolutionaire pogingen tekeer te gaan; het vredesverdrag van Versailles heeft het leger zo goed als uitgeschakeld. Bovendien is de arbeidersklasse veel sterker georganiseerd dan zij het na de wapenstilstand was, ook al blijft zij in socialistische en kommunistische frakties verdeeld. Mocht de krisis blijven duren met de intensiteit die zij in 1931 heeft, dan krijgt het bestel geen kans op veel langer leven. De bezittende klassen geloven in de komst van de sociale omwenteling. De middenstand, of wat ervan nog overblijft, wordt verder geruïneerd en, wat misschien het ergste van alles is, met proletarisatie bedreigd. Niettegenstaande de middenstanders de schuld van de krisis toeschrijven aan het heersend systeem, zien zij nog veel minder heil in een kollektivistisch regime. Ook zij geloven in een mogelijke sociale omwenteling.

 

De leidende standen, de banken, de grote industriële ondernemingen zullen bijgevolg een tegenoffensief gaan voorbereiden; de middenstand zal de troepen leveren.

 

Zo gebeurt in Duitsland hetzelfde als tien jaar geleden in Italië. Het establishment gaat zwaar investeren in een ‘sterke man’, in de Führer van een uiterst-rechtse Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij, Adolf Hitler. Hitler's programma verleidt de middenstand; het vleit het Duits nationalisme, vindt voor alle Duitse kompleksen de geschikte zondebok: Versailles, de joden, de marxisten en - waarom niet? - het kapitalisme. De kapitalisten financieren Hitler's kampagnes met de hoop dat de Führer de kastanjes uit het vuur zal halen, en menen dat zij, zo de sociale omwenteling kan worden vermeden, aan de touwtjes zullen blijven trekken in de bewaarde bestaande orde.

 

Zo komt het dat de N.S.D.A.P., die in 1928 in de Reichstag 12 zetels bekleedt, snel begint vooruit te gaan. In 1930 verovert zij 107 zetels; in 1932 230. De 30ste januari 1933 wordt Hitler door de president van de republiek, de grootgrond-bezitter en veldmaarschalk Hindenburg, aangesteld tot rijkskanselier. Drie weken later wordt het Reichstaggebouw in brand gestoken en wordt een zwakzinnige Nederlandse kommunist, Van der Lubben, van het misdrijf beticht. Hitler exploiteert de Rijksdagbrand tot het uiterste en stelt de hele Duitse kommunistische partij verantwoordelijk. Wanneer onmiddellijk hierna, de 5de maart 1933, algemene verkiezingen plaats hebben, behaalt de N.S.D.A.P. 288 zetels. Het nieuw Duits parlement verleent Hitler de 24ste maart 1933 de exklusieve en volledige macht over Duitsland. Het is van meet af aan duidelijk in welke richting de macht voortaan zal worden uitgeoefend.

 

De enige oppositie van betekenis tegen het imposante konglomeraat van rechts, dat Hitler aan het bewind heeft gebracht, en die het desnoods met geweld had kunnen tekeer gaan, moet komen van de arbeidersbeweging. Deze is in Duitsland, net als in de meeste kapitalistische landen, hopeloos verdeeld. Sedert de oprichting van de kommunistische Derde Internationale, in 1919, zijn de socialistische en kommunistische groepen meestal een apart bestaan gaan leiden; elke groep verwijt de andere dat zij de oorzaak van de verdeeldheid is terwijl de kommunisten de socialisten bovendien verwijten in feite de medeplichtigen van de bourgeoisie te zijn.

 

Deze verdeeldheid zal beide vleugels van de arbeidersbeweging fataal zijn. Want pas is Hitler aan de macht of een terreurregime begint. De partijen worden ontbonden, evenals de syndikaten, de jeugdbewegingen, de mutualiteiten en koöperatieven. Hun bezit, dat zeer aanzienlijk is en honderden ondernemingen omvat zoals drukkerijen, warenhuizen, bioskopen, bibliotheken, scholen, enz., wordt in beslag genomen, terwijl hun leiders worden gevangen gezet.

 

Even later wordt alles, zelfs wat niet tot de arbeidersbeweging maar ook niet tot de nationaal-socialistische sfeer behoort, uitgeschakeld.

 

Diegenen die zich verzetten, worden buiten gevecht gesteld en, zo nodig, afgemaakt. Na enkele maanden is in Duitsland geen spoor meer te vinden van politieke aktiviteit buiten deze van de N.S.D.A.P.

 

Tegelijkertijd gaat Hitler's regering aan het werk om de Duitse ekonomie terug vlot te krijgen; hij vraagt aan de Rijksdag, die nu volledig in zijn handen is, ‘vier jaar tijd’ om planmatig de scherpste kanten van de krisis weg te krijgen en voornamelijk de werkloosheid te doen verminderen.

 

Dank zij een reeks ophefmakende maatregelen wordt de Duitse bevolking hoop op de toekomst gegeven. Hitler laat inderdaad de goudstandaard varen. Hij doet Duitsland de wereldekonomie verlaten, zondert het land af van andere ekonomieën en wil de wederopbouw van het land met uit-

[pagina 69]
[p. 69]

sluitend Duitse produktiemogelijkheden tot stand brengen.

Voortaan bestaan voor Duitsland geen deviezenproblemen, geen buitenlandse konkurrentie, geen prijzen meer. Het land zal alles wat het nodig heeft zelf produceren en zal datgene, wat het niet zelf kan voortbrengen, slechts invoeren door ruilhandel of vervangen door kunstmatige ‘Ersatz’-produkten.

Onmiddellijk wordt de kringloop, die het kapitalisme elders de ondergang nabij brengt, doorbroken. Want in Duitsland wordt kordaat de deflatiepolitiek, die de produktie steeds meer beperkt, opgegeven. Duitsland gaat integendeel terug aan het werk: openbare werken worden aangevat, de wapenindustrie wordt, eerst in het geheim en weldra in het openbaar, bedacht met zeer omvangrijke bestellingen. Eén voor één komen alle sektoren van het ekonomische leven terug in de omloop. Hitler krijgt daardoor voortdurend meer vat op de Duitse bevolking die de aanpak als de resultaten naar waarde schat.

Maar het zijn niet alleen de ekonomische suksessen van het nieuw regime die Hitler's steeds grotere bijval verklaren: het accent heeft immers in de N.S.D.A.P. steeds op het nationalisme gelegen en op de strijd tegen een regime, dat in de eerste plaats verantwoordelijk werd gesteld voor het verdrag van Versailles. Hitler aan de macht betekent een politiek om Versailles ongedaan te maken, iets waarvoor trouwens een groot deel van de Duitse oppositie niet ongevoelig is. Wat Hitler tijdens de jaren twintig in ‘Mein Kampf’ had geschreven wordt nu stuk voor stuk uitgevoerd en zo de middelen in 1933 nog ontbreken, is Hitler's doel noch in Duitsland noch in het buitenland onbekend. Van de machtsovername af wordt immers steeds sterker de nadruk gelegd op de noodzakelijke wederopstanding van Duitsland als wereldmacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Frankrijk

  • over Duitsland

  • over Verenigde Staten