Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 218] [p. 218] 220. Leêge en volle beurzen. Een mensch kijkt voor een' winkelruit Te-met soms beî zijne oogen uit; Want wat daar zoo al is te zien, Vertel ik in geen woord of tien. Het kijken kost ons niemendal; Maar 't wordt een minder goed geval, Als, door dat voor een' ruit te staan, De centen aan het dansen gaan; Zij springen dan met veel gemak, En eer men 't weet, ons uit den zak Den winkel in, en wat een kruis, Wij brengen dan vaak wat naar huis, Wat geen van ons nu op dit pas Juist nuttig of wel noodig was. Gaan kijken, nu, dat is niet kwaad, Maar altijd koopen, kameraad, Gaf leêge beurzen, (wist ge dat?) Juist, als men volle noodig had. Vorige Volgende