Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 219. De weer-profeet. ‘De muggen dansen op en neer; Dat geeft dan morgen vast mooi weer,’ Zoo profeteerde een man, En zette daarbij een gezicht, Zooals een man van veel gewicht Alleen maar zetten kan. En, morgen kwam. Wat bracht het meê? Het veld geleek een' bare zee; De regen stroomde neêr. De weer-profeet liet zich niet zien; Hij bleef in huis en gaf misschien De muggen schuld van 't weer. Vorige Volgende