Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 198. Naar zee! De schepen dansen op den vloed, En Janmaat wuift eens met zijn' hoed Vaarwel aan 't Vaderland. De wimpel danst op 't windgezucht En wiegelt in de blauwe lucht. Hij wijst naar 't vreemde strand. Naar 't vreemde land den steven heen, Om 't land, dat aan de kim verdween En wegduikt achter 't duin, Te voeden met den eêlsten schat, Die 't verre land zoo mild bevat, Als oogst van Neêrlands tuin. Naar zee! Naar zee! O, ware ik groot, Ik nam dan dienst op onze vloot En voer naar Oost en West. Wie weet, werd maar goed opgepast, Werd ik van armen varensgast Nog Admiraal op 't lest. [pagina 193] [p. 193] Naar zee! Naar zee! O, daar is 't goed! Te dobb'ren op den wilden vloed, Als uitkijk in den mast, Als lichtmatroos of bootsmansmaat! Dat zou mij lijken, kameraad! Dat is wat, dat mij past. Naar zee! Naar zee! Het is bekend: Het water is ons element, Wij drinken het voor wijn! En daarom wil ik ook naar zee! Hei, jonge maats, wie roept er mee: ‘Ik wil ook zeeman zijn!’ Vorige Volgende