Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 138]
| |
‘Wie koopt er mijn' peren,
Niet bitter of wrang?
De dauw van den morgen
Ligt nog op haar' wang.
‘Wie koopt er mijn' druiven,
Zoo sappig en fijn?
Ge zult er geen' vinden,
Die lekkerder zijn.
‘Wie koopt er mijn' noten,
Zoo vol en zoo blank?
De pit is schier sneeuwwit
En vast als een' plank!’
Zoo roept Jans, de fruitvrouw,
En als zij dat doet,
Dan vleien we ons moeder-,
Ons moedertje zoet.
En kan het dan lijden,
Dan zoekt ze ons wat uit,
En wij gaan aan 't smullen
Van 't kostlijke fruit.
Maar geeft zij geen' centen, -
Dat kan bij geval, -
Dan ruiken we aan 't fruit maar,
Dat kost niemendal.
|
|