Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] 106. Jan en de schildwacht. Jan. Man, wat hebt ge een aardig huisje! 'K wou dat ik er zoo een had! Doch ge loopt maar bij dat hokje! Zeg mij, waarom doet gij dat? Als ik in uw' plaats was, man, 'K zette dan Gauw dat groot en zwaar geweer In het schilderhuisje neer. 'K zou er ook een' stoel in zetten, Of een bankjen in een' hoek, Om eens heel bedaard te lezen In het een of ander boek; Want ik vind, dat gij den tijd Erg verslijt Met dat wand'len heen en weer, Als een echte banjerheer! Schildwacht. Jongenlief, dat aardig huisje Schijnt u dan wel aan te staan; Maar ik mag slechts, als het regent Eventjes er binnengaan. En wat stoel of bank betreft, Gij beseft Vast niet, dat een goed soldaat Niet op schildwacht ZIT, maar STAAT. [pagina 107] [p. 107] Anders, boeken, 'k lees ze gaarne, Maar dat gaat hier niet op post. Wil ik lezen, 'k moet dan wachten Tot ik weer word afgelost. Dus, ge ziet het, kameraad, Een soldaat Staat maar niet voor zijn pleizier Bij dit schilderhuisje hier. Jan. Nu, dan wil ik u wel zeggen: Wat ik word, neen, nooit soldaat, Die met op en neer te loopen Zoo bedaard te schild'ren staat. Waarom werdt gij geen Majoor? Schildwacht. Jongen, hoor! Als dat eens zoo vlot kon gaan Moest Majoor op schildwacht staan. Vorige Volgende