Alles zingt

(1878)–Pieter Louwerse– rechtenstatus


107. Het musschenmoedertje. Een muschje zat te treuren Op 't randje van de goot; Een booze, wreede stalknecht Smeet al haar' jongen dood. Ze lagen nu ter aarde neer. Die arme kleinen, naakt en teer.
[pagina 108]
Maar heeft zoo'n musschenmoeder Dan ook gevoel van smart? Valt haar 't verlies der jongen, Wellicht ook bitter hard? Bemint ze dan het klein gebroed, Dat nog met wormpjes wordt gevoed? Och, als die musch kon spreken En klagen, zoo als wij, Ge zoudt er bij gaan schreien, Mijn kind, geloof dat vrij! Uw teeder hartje bleef niet koel; Want heusch, een' musch heeft ook gevoel. Laat vliegen toch die beestjes! Laat zitten, 't kleine nest! Die vlugge, grauwe vogels Doen veel te trouw hun best. Licht in één' week doen zij meer goed, Dan iemand heel zijn leven doet!