Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 11]
| |
'T is een kind om mee te stoeien.
Altijd heeft het dol veel pret,
Met zijn' handjes kan hij zwaaien;
Met zijn' voetjes kan hij maaien;
Hij speelt ‘kiekeboe’ op bed.
En verstaan? Ge moest eens weten
Welke kunstjes hij al kan.
Vraag maar eens: ‘Hoe blij is Jantje?’
Aanstonds zwaait hij met zijn handje.
Aardig, hé? Wat zegt ge er van?
Dan weer kijkt hij heel parmantig
Uit zijn wiegje door 't vertrek.
En vraag ik dan: ‘Waar is 't vuistje?’
Wip, dan komt het mollig knuistje
In een omzien op het dek.
'T liefst zit hij op Vaders knieën,
En dan gaat het: ‘Hop-hop, Jan!’
Hoor, als hij eens groot mag wezen,
'K leer hem dan wat versjes lezen,
Die hij met mij zingen kan.
|
|