legenheid gebruik maken en hem voor u trachten te schetsen. Was onze held edel te noemen? Neen, wel zacht; want het fluïde, dat over hem gespreid lag, had de vele oneffenheden van zijn eenigszins bolle voorkomen vergeestelijkt, verzoet; zoo belegt een heldere dag de zee met vrede; in hare weeke deiningen alleen wekt zij de gedachtenis aan hare onrustige tijden. Wonderlijk aangezicht, hoe lang reeds hebben wij op u gestaard met liefde; neem dezen bijna verblindenden glans weg, welk een gewoonheid bezit ge, o onbeschrijfelijk gelaat, raadsel dat het oplossen niet de moeite waard schijnt, en des ondanks ons tergt.
Gelijk bij ons oud huis, waar alles uit het lood is gezakt, was nu in dit hoofd letterlijk niets meer op zijne plaats; en toch, het huis schijnt nog stevig. Zoo kan men uit de durf-al-achtige tijden der Renaissance, torens eeuwen zien scheef staan en toch niet vallen, daar hunne scheefheid hunne natuurlijke orde van evenwicht is. En natuurlijker, is het met de zee, ons naar aanleiding dezer wezenstrekken als in den mond gevloeid, niet eveneens wonderlijk gesteld? Wie bij een zee staat, voelt toch allereerst de zee, niet waar, en niet de bultige golven, die het zeegezicht helpen maken. Laat het dan goed zijn zoo, het mag ons niet gebeuren als sommige teekenaars, die om de boomen maar al te vaak het bosch vergaten.