Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Na de bui Uit schaduwen en streng als ijs, Paleis-gewijs, In stillen hof, Van zwaar-zwart lof, Staat er het huis als in wonder Bevangen, na daver en donder. Het maanlicht al, uit wolken schuin, Omstolt den tuin, Den stillen hof Van zwaar-zwart lof, Waar binnen de droppeltjes leken, Als schrikkige geestjes nu spreken. Soest. Vorige Volgende