Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Aan het comité der staking voor de boeren Koninklijke dag die kwam de nevel scheuren; De dikke smook onzer benauwde tijen; De saâmgewolkte floersen van ons lijen; Waaronder smart liep leuteren en de klacht te zeuren. O licht, o licht tumult... Neen, 'k vraag, ik vraag niet of gij slagen zult, Ik kan 't rumoer van uit mijn hart niet bannen, Prachtige, prachtige mannen. Dit is de oude kracht Van schoeren die kennen de vracht; Dit is het nieuwe onderstaan Van schouder aan schouder gaan; Dit zijn de lossers, de laaiers, De stakers, de oproer-kraaiers. Dwaze bezonnenen met de durf in 't lijf; Hoe hebben we U te danken voor Uw heerlijk bedrijf; En niet wij vragen of gij slagen zult... O stralen-rijk tumult... Wie vraagt den morgen hoe het licht zoo perelt, En wie wat er de avond zal halen... Volk, word een Atlas en schoor de wereld, Leve de Sociale. 14 October 1901. Vorige Volgende