Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] [Zacht valt de regen uit een hemel zonder pracht] Zacht valt de regen uit een hemel zonder pracht... Die zich stil heeft betrokken met 'n water-zware vracht Bij het komen van den nacht. Geen ziet hoe het daalt uit dat duistre wolk-gespan, Als de tranen stil geschreid van een hoogen sterken man, Die men voelen wel maar zien niet kan. Langzaam zakt de stad in het duistren van den nacht. Langzaam valt de regen uit den duistren hemel, zacht Als een woordenlooze klacht. 1889 Vorige Volgende