De Leden van de Leeuwaardsche Classis vinden by zyne Hoogheid geen heul.
Alle hoop was intusschen den Tegenstanderen van den Eerw. de cock niet benomen, zy vleiden zich met de gedagten, dat zyne Hoogheid, door zyn veel vermogend gezag, zou uitwerken, dat de zaak diens Leeraars aan 't onderzoek van de Classis zou overgelaaten worden: dan deeze hoop ontzonk hun, toen in Slachtmaand, uit het antwoord des Erfstadhouders bleek, dat hy dit stuk insgelyks voor afgedaan hieldt. Naardemaal hy dus met de Gedeputeerde Staaten uit eenen mond sprak, is het geenzins te verwonderen, dat de te leurgestelde Classikaale Broeders, hunne verdere poogingen in 't verdeedigen van Regten en Vryheden, die zy beweerden der Kerklyke Vergaderingen toe te komen, zo gemaklyk staakten, verheugd