Vaderlandsche historie. Deel 23

Volharding in dit Staatsbesluit.

De zich beklaagende Leden der Classis van Leeuwaarden meenden eenen gewissen weg tot verkryging van hunnen wensch ingeslaagen te hebben, en dagten dat Gedeputeerde Staaten, met het beantwoorden van het ingeleverd lang en groot Verzoekschrift, niet zouden voortgaan, eer zy de gedagten van zyne Hoogheid daar op vernomen hadden; doch zy vonden zich hier in bedroogen, wanneer zy kennis kreegen, dat dit Staats - Collegie volhardde by het laatst genomen besluit om de zaak van den Eerw. de cock voor afgedaan te houden, en de Inleveraars des Verzoekschrifts wel ernstig gelastte, zich stipt overeenkomstig daar mede te gedraagen, zullende by gebrek hier in als Verstoorders der gemeene ruste gestraft worden. Zy merkten aan, dat dit Verzoekschrift voornaamlyk gegrond was op eene algemeene stelling onder de Kerklyken, dat zy een onafhangelyk Regt bezitten, om over 't geen de Leer betreft te oordeelen en te beslissen, zonder dat de Wereldlyke Magt en Regeering zich daar mede hebbe te bemoeijen: welke verregaande stelling en meening altoos veele stoornissen verwekt en droeve gevolgen naa zich gesleept hadt; alle de Leden der Classis ten ernstigste aanmaanende om zich van alle ruststoorende Inquisitien in de Conscientien der Menschen

[p. 362]

te onthouden, en zo veel mogelyk, als Christlyke Leeraaren en Vredepredikers betaamt, den Vrede aan te kweeken. Met byvoeging, dat zy, in dit genomene en nu herhaalde Besluit, geenzins ten oogmerk hadden de handen der Kerklyken te eenemaale te binden, of hun wettig Regt te na te komen, als zy, op eene wettige wyze, de zaaken vervorderden; en, gelyk zy altoos verpligt waren, de bezwaaren en Vraagstukken, welke zy op Synoden wilden brengen, ter Tafel van Gedeputeerde Staaten overleverden, ten einde ze onderzogt en 'er geoordeeld mogt worden, of men daar over, ten nutte van de Kerke, in die Vergadering kon handelen.