Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijPlakaaten tegen Landloopers, Dieven en Roovers in verscheide Gewesten.Het waakzaam oog der Overheid vestigde zich, in meer dan één Gewest, op het beveiligen van de Persoonen en Goederen der Ingezetenen tegen de op zommige plaatzen reeds aangevangene en op andere gedugte mishandelingen, afperssingen, en diefstallen, eener groote Bende Roovers, Dieven en Landloopers, uit zogenaamde Christenen, doch meest Jooden of Smoussen, bestaande, die veel al onder 't masker van 't een of ander gering Bedryf of Koop- | |
[pagina 347]
| |
handel, de Ingezetenen, en voornaamlyk die van 't Platte Land, plaagden, de openbaare rust en veiligheid stoorden, en uit Duitschland, den Rhyn af, herwaards kwamen. De Staaten van Overyssel, van Groningen en Ommelanden, als mede van Friesland, voorzagen hier in door het vernieuwen en verstrengen der Plakaaten tegen de Landloopers, Lediggangers, en Vagebonden, gelyk ook de Drost en Gedeputeerde Staaten des Landschaps Drente, door een Plakaat, daar tegen in de weere warenGa naar voetnoot(*). - Holland was niet vry gebleeven van deeze zwervende Bende. Een geweldige Huisbraak en Roof onder Kennemerland ten huize eens Landmans gepleegd, door ten minsten negen Persoonen, van welken men 'er, niet tegenstaande het uitlooven, van tweehonderd en vyftig Guldens aan den Ontdekker van een of meer der Daaderen, geen in handen gekreegen hadt, gaf aan leiding dat Staaten van Holland alle Baljuwen, Officieren en Crimineele Regters ten Platten Lande magtigden om eene belooning van zeshonderd Guldens, uit 's Lands Kasse te betaalen, te mogen belooven, aan die iemand aan Huisbraak, of het pleegen van eenig openbaar Geweld schuldig, of tot de Bende behoorende, die deeze gewelddenaaryen aanrigtte, met toezegging van Strafloosheid voor den Aanbrenger, | |
[pagina 348]
| |
als hy op eenigerlei wyze medepligtig mogt weezen, 't zy door zich werklyk daar aan mede schuldig gemaakt te hebben, het zy door het verbergen of koopen van 't geroofde, of het herbergen dier VagebondenGa naar voetnoot(*). - De strenge Plakaaten tegen de Landloopers en Bedelaars in de andere Gewesten, afgekondigd, deeden hun die ruimen, en met grooten getale naar Holland afzakken, dit bewoog de Raaden van den Hove aan hun Ed. Groot Mogenden, het Ontwerp eens Plakaats te doen toekomen tot bevordering van de openbaare veiligheid der Ingezetenen, en nadere middelen voor te slaan tot betere in staatstelling der Officieren, om het Platte Land van die schadelyke Onzwervers te zuiverenGa naar voetnoot(†). |
|