Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij
[pagina 345]
| |
Vreemde Strafoefening van Wyvenplaagers in de Meiery van 's Hertogenbosch tegen gegaan.Veel verschillende van deeze zeer staatlyke en langwylige Regtspleeging in Gelderland, is eene Volksregtsoefening, op veele plaatzen der Meierye van 's Hertogenbosch in gebruik, welke de lidtekens draagt der oude ruw- en onbeschaafdheid, en niet zelden jammerlyke gevolgen baart. Men heeft daar de gewoonte om Mannen, van welken het gerugt gaat dat zy hunne Vrouwen slegt behandelen, loon naar werken te verschaffen. Zo ras een Man by 't gemeen voor een Wyvenplaager bekend is, vergaderen straks eene menigte van Wyven en Jongens, by welken zich veel al eenige volwasse Manspersoonen vervoegen, voor 't huis van den kwaalyk berugten, dien men vervolgens voor een Ploeg spant, en met geweld, een gedeelte gronds, onder het gestaadig geblaas op een Hoorn, gepaard met een vervaarlyk geraas en getier, doet omploegen. Met den aanvang des Jaars mdcclxv wilde men die zo ongeregelde Volksregtsoefening volvoeren aan een Boer op het Dorp Osch, in gemelde Meiery gelegen; de menigte was reeds zamengerot, de Hoorn werd geblaazen, het geschreeuw en gejouw vervulde de lugt; doch de Man, op welken het gemunt was, | |
[pagina 346]
| |
voor die gewoonlyke mishandeling vreezende, sloot zyn deur, vlugtte na den zolder, van waar hy met een pistool, gelaadem met een kogel, onder de zamengeschoolde menigte schoot, en eene jonge Dogter kwetite. Hier over in regten betrokken bragt hy de vrees voor het daar gebruiklyke mishandelen te zyner verschooninge by. Dit bewoog den Hoogschout om den Algemeenen Staaten in bedenking te geeven of zy niet zouden kunnen goedvinden, door een Plakaat, die slegte Gewoonte, zo zeer aanloopende tegen de oogmerken van den Souverain, om de gemeene rust onder de Ingezetenen te bewaaren, tegen te gaan en af te schaffen. Terwyl men hier over zou raadpleegen kreeg de Hoogschout last om op 't allersterkst te waaken tegen alle zamenrottingen en handdaadigheden, onder welken naam of voorwendzel ook aangerigtGa naar voetnoot(*). |
|