Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijOverwinningen op den Koning van Candia behaald.Te midden van deeze verdrietlykheden over de zaaken in 't Oosten, werden de gemoederen opgebeurd door de gunstige tydingen, welke de Maatschappy ontving, wegens den Oorlog reeds Jaaren lang op Ceylon tegen den Koning van Candia gevoerd; en, in 't volgend Jaar, met eene volslaagene Overwinning bekroond. De Gouverneur diens Eilands, lubbert jacob Baron van Eck, hadt, van 't midden van Louwmaand tot het begin van Lentemaand, in negen Veldslagen, de Vyanden der Maatschappy den zegen afgewonnen, den Rykszetel Candia vermeesterd, den trotschen vlugtenden Ko- | |
[pagina 301]
| |
ning naa het uiterste van 't Gebergte verjaagd, de Hovaardy van het Hof vernederd, de eer en luister der Maatschappye in 't Westergedeelte van Indië, niet alleen hersteld, maar uitgebreid. Het Vrede verbond met hem in gevolge daar van eerlang geslootenGa naar voetnoot(*) wyst zulks ten vollen uit, als waar in niet alleen de oude Bezittingen, Regten en Voordeelen bedongen; maar ook Vryheden vastgesteld worden, die voorheen geen plaats greepen: als de vryheid om Kaneel te schillen in zekere Landstreek, welke, vóór deezen Oorlog, Jaarlyks plegtig aan het Hof moest verzogt worden, en dan, onder allerlei voorwendzelen, en met nauwe bepaalingen, moeilyk verworven werd. Ook zouden de wederzydsche Afgezanten vervolgens met zodanige Eerbewyzingen ontvangen worden, als onder Vrienden en Bondgenooten betaamde; het plegtstaatige zou aan beide kanten volkomen gelyk zyn: vóór deezen Oorlog waren de Gezanten van wegen | |
[pagina 302]
| |
onze Maatschappye genoodzaakt den Koning van Candia knielende de onderwerplykste eer te bewyzen, zo menigmaal hy zich verwaardigde hun gehoor te verleenen, wanneer het hun slegts vergund werd dien Monarch in 't verschiet te zien. - Deeze Vrede schonk alle hoop om, in dat dierbaar gedeelte onzer Oostersche Bezittingen, de rust en welvaard op een vasten en beteren voet dan ooit hersteld zien. |
|