Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijWatersnood in Gelderland en Overyssel.Met het einde van Louwmaand was, daar de wateren der Rivieren van dag tot dag zakten, de vrees voor verder Waterleed geweeken; dan met den aanvang van Sprokkelmaand, beving dezelve de gemoederen op nieuw, en van alle kanten, was men voor de herhaaling dier Droeve Too- | |
[pagina 271]
| |
neelen bedugt, gelyk ze zich ook, op verscheide Plaatzen, met veel jammers, vertoonden. Niet minder dan Vyf Doorbraaken te Herwen veroorzaakten een ongemeene hoogte des waters op den Rhyn; en zou men naar alle waarschynlykheid, indien 'er even boven Rees, geene Doorbraak voorgevallen was, nog meer waters gehad hebben. De laatste Doorbraak te Herwen, was op het Kerkhof, en spoelde de Lyken uit de graaven. De Inwoonders van dat Dorp en van Panderen, zogten hunne veiligheid in de vlugt, genoodzaakt hunne Huizen, die ten deele weg dreeven, ten deele in stukken sloegen, te verlaaten. - Te Zutphen groeide het water tot eene ontzettende hoogte, in die Stad, hoorde men van alle kanten niets dan jammer, en zag naa het breeken van twee gaten in de Kanonsdyk, aldaar niets dan een baare Zee. De noodschooten van den kant van Doesburg, en meer andere Plaatzen, deeden de bekommering voor meer leeds aan de Dyken, grootlyks toeneemen. Te midden van dien nood, sluimerde de zorg der Overheden niet, om den noodlydenden bystand toe te brengen, opsteekende stormwinden, bragten eenigen met leevensmiddelen, in vaartuigen afgestooken, in het uitterst gevaar, en derzelver aanhoudend woeden, veroorzaakte grooten kommer, voor den Warnsfeldschen Dyk, die met veel moeite behouden, en daar door het Dorp Warnsfeld, voor een geheel, of gedeeltlyk, wegspoelen bewaard bleef. - De Yssel voor | |
[pagina 272]
| |
Deventer klom tot zulk eene hoogte, dat men de Stads schipbrugge moest afneemen en in veiligheid bezorgen. De sterke Storm bragt de Snippelings Dyk, voor die Stad, in groot gevaar, en joeg het water over den weg geslaagen kruin, eenige voeten heen: de uiterste waakzaamheid, met verbaazende kosten, behieldt denzelven, schoon het water reeds hier en daar 'er doorliep. Met het bedaaren des Winds zakte het Water. - Wageningen vondt zich weder even als in Louwmaand gedreigd; te Soelmond, stonden de Dienaars met gelaaden pistoolen op den Dyk, om de onwilligen onder de Boeren tot werken te noodzaaken, by eene verzakking van veele roeden Dyks. - Aan de Lek behieldt het werkzaam Dyk-Collegie, en de trouwe waakzaame bystand der Ingezetenen, de Dyken. Geene geringe vreugde vervulde de gemoederen van allen, die met deeze Waterelenden gedreigd werden, of daadlyk bezogt waren, op de tyding dat het water begon stil te staan, en vermeerderde deeze, op 't bespeuren dat het met de daad zakte, en zich schikte om eerlang binnen de gewoone oevers te keeren; welk heuchlyk gezicht vóór het afloopen van Sprokkelmaand, de oogen verkwikteGa naar voetnoot(*). |
|