1763. De Landgraaf geeft dezelve.
De Landgraaf ziende, hoe ernstig de Staaten dit stuk opnamen, erkende, by eenen Brieve, nooit eenig oogmerk gekoesterd te hebben, om het Gemeenebest te beledigen, of toe te staan, dat zulks door deszelfs Regeering zou geschieden, en bereid te weezen om die erkentenis te doen herhaalen door eenen Gezant. By dit schryven, was weder eene nieuwe Verdeediging der Casselsche Regeering gevoegd, op welke de Staaten oordeelden niet te moeten letten, maar op de voorheen geëischte Voldoening onveranderd te blyven dringen. De Landgraaf besloot, in 't einde, aan die begeerte te voldoen, en zondt, in Hooimaand des Jaars mdcclxiv, den Geheimraad van moser, met behoorlyke Geloofsbrieven voorzien, die eerlang gehoor kreeg, de geëischte Voldoening mondling gaf, en schriftlyk overleverde; waar in men genoegen nam, en den Heer van moser des verwittigde.