te brengen, aan te hooren, en 'er naar eisch op te beschikken.
Dit laatste vatte de Landgraaf eerst aan, zendende een Berigt van het voorgevallene, ten einde de Staaten daar uit de regtmaatigheid van de handelingen der Casselsche Regeeringe mogt afneemen: met byvoeginge, nogthans, dat, indien hunne Hoog Mogenden mogten oordeelen, dat die Regeering daar in te verre gegaan was, hy zich aanboodt, tot zodanig eene Voldoening, waar van de nadere bepaaling overeenkomstig zoú zyn, met de billykheid in de omstandigheden der zaake. - Het wederantwoord behelsde hoe weinig de Algemeene Staaten voldaan waren, zo over deeze opgave des gevals, als over de redeneeringen daar op gebouwd. Dan dit weinig, ter groote hoofdzaak de belediging huns Gezants, doende, traden zy in een dieper onderzoek, wegens 't geen het Regt der Volken ten dien opzigte eischte, aantoonende, dat zy zich daar op mogten beroepen, in 't geval der Graven van wartensleben. Hier op grondden zy den eisch der Voldoening, te weeten, dat de Landgraaf het gedrag der Casselsche Regeering zou wraaken, en verklaaren, dat men in alles, wat gedaan was, nooit gedagt, veel min ten oogmerk gehadt hadt, om de Republiek te beledigen, of nadeel aan deszelfs Regten en Waardigheid te doen; dat die Verklaaring zou geschieden, door een Staatsdienaar van voeglyken Rang, voor-