Reeds waren deezen Bruidegom en Bruid, de Huwelyks Afkondigingen in Friesland drie-, en in 's Gravenhaage twee maalen geschied, toen deeze Bruid en eene jongere omtrent Zestienjaarige Zuster, aan het Huis haares Behuuwd Broeders van zandyk, in tegenwoordigheid des Bruidegoms, en eenige anderen, werd overgehaald, tot het geeven van een schriklyk klinkend Getuigenis tegen haaren Vader, hem betigtende van den wil om Onbetaamelykheden met haar te bedryven, door de Regtsgeleerden Tentamen Criminis Incesti genaamd. Veelvuldig en groot waren de Familiebeweegingen om het daar toe te brengen: en hadden ten gevolge, dat de Huwelyks Afkondigingen, op last van 's Bruidegoms Vader, in 's Gravenhaage geschut wierden. Deeze en de Bruidegom, gesterkt door den Heere van zandyk, en anderen van de Familie, traden met den Heer van haren in onderhandelinge, om de voltrekking des Huwelyks niettemin - voortgang te laaten hebben, zo deeze eene Acte wilde tekenen, waarby hy verklaarde, dit gruwzaam misdryf aan de Familie te hebben moeten erkennen, buiten Holland te zullen gaan, en aldaar niet weder te komen, dan met schriftlyke toestemming. Men wist hem, met de grootste moeite, te beweegen, tot het maaken, tekenen en zegelen van twee Afschriften eener zodanige Verklaaring, in 't byzyn van den Gollonel van der dussen en den Advocaat jan de roy: welke in twee