Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– AuteursrechtvrijHaar Persoon en Character beschreeven.De overledene Vorstinne anna, gebooren Prinses van Brunswyk Lunenburg, Kroon Prinses van Engeland, by haar Afsterven Gouvernante en Voogdesse van haaren Zoon den Erfstadhouder, was de eerste Dogter van den toen nog leevenden Koning van Groot Brittanje, george den ii, verwekt uit deszelfs Huwelyk met wylen wilhelmina carolina; die, wanneer een aantal aanzienlyke Vorsten na de hand haarer Dogter dongen, de voorkeus gaf aan willem carel hendrik friso, met wien zy, vier en twintig Jaaren bereikt hebbende, in den Jaare mdccxxxiv, huwde, en hem tot den Jaare mdccli ten Egtgenoot behieldt. Met hem deelde zy het bitter en zoet des leevens, en wanneer hy tot de aanzienlykste Waardigheden in deeze Vereenigde Gewesten opklom, in de Eere aan dezelve verknogt; die, by zynen | |
[pagina 6]
| |
dood, op haar geheel afdaalde, in gevolge van de gemaakte schikkingen by 's Lands StaatenGa naar voetnoot(*), als Gouvernante en Voogdesse der minderjaarige Spruiten, de eenig overgebleevene vrugten van haar Huwelyks bedde, de Erfstadhouder willem de, Ven Prinses carolina. Ruim zeven Jaaren hadt zy deeze Waardigheden bekleed toen zy het tydlyke met het eeuwige verwisselde. Haare gedaante was, eer lichaams ongemakken de bevalligheden deeden smelten, schoon, haar weezen minzaam, haare houding vorstlyk. De Godsdienstige beginzels haarer Moeder, die zo veel werks van verstandige Godsvrugt maakte, en daarom een Geleerden en Schranderen samuel clarke ten haaren Hove hoogschatte, hadt zy vroegtydig ingezogen, op Kunsten, en Weetenschappen zich toegelegd; verscheide Taalen sprak zy vaardig en nauwkeurig; van 't geleezene wist haar vast geheugen, door een groot oordeel onderschraagd, een gepast gebruik te maaken; by deeze Zielsvermogens in de Staatkunde bedreeven, wil men dat haar Gemaal haar steeds tot zyne Raadgeefster gebruikte, en kwam dit alles haar byzonder te staade, toen zy zo vroeg deezen moest derven, en de gewigtigste posten in Nederland, zelve aanvaarden, 't welk zy deedt met eene grootere maate van kloekmoedigheid dan | |
[pagina 7]
| |
men van haare Sexe, in zulk een hartgrievenden toestand, kon verwagten. fredrik de groote, Koning van Pruissen, door eenen Brieve van der Staaten Afgezant verelst te Berlyn, van haaren dood berigt, schreef in antwoord: ‘De Bekendmaaking, die gy my, van het sterfgeval van Mevrouw de Prinses Gouvernante hebt gelieven te doen, heeft al de smerte, die ik by de eerste ryding van dat treurig en droevig voorval gevoelde, hernieuwt. Bezwaarlyk kan ik nog bedaaren van de ontroeringe, waar mede ik bevangen werd. Ik heb eene Vriendin verlooren, die, door haare Grootmoedigheid, Wysheid, en eene haare Sexe te boven gaande kragt van Vernuft, al myne agting verdiende. Ik zal haar altoos gedenkenGa naar voetnoot(*)’ Het geheele voorgaande Deel onzer Geschiedenisse heeft de bedryven van de Gouvernante anna, ten aanzien van deezen Staat vermeld, en getoond, hoe zy de genegenheid der Landzaaten wist te winnen, en aan zich te verbinden; onverdeeld dezelve te behouden, gaat bykans het menschlyke te boven; dan geheeler zou zy dezelve bewaard hebben, indien de ontstaane Oorlog tusschen Frankryk en Engeland, by welken dit laatstgemelde Ryk den Nederlanden ter Zee zo geweldig veel af breuks deedt, en zo groote schade toebragt, haare | |
[pagina 8]
| |
Gezindheid om de zaaken ten meesten voordeele van haar Geboorteland te schikken, niet veelen van haar wendig gemaakt en de twist, over het vermeerderen der Landen Zeemagt, daar uit gereezen, geene verkoeling by eenige voornaame Staatsleden veroorzaakt hadt: terwyl de Gezagbetooningen in Cveryssel, by gelegenheid van het invoeren der Voorzieningen, als mede in de Regeeringsbestelling te Haarlem, van niet weinigen gewraakt werden, en te wege bragten, dat Gezetheid op haare ééns aangenoomene begrippen, althans in 't laatste haars leevens, haar als een ongunstige Character trek werd toegeschreeven. |
|