de, en met mannenmoed de Hoekschen te velde voerde of op de vloot vergezelde; eindelijk was zij door haaren Oom Flips van Bourgonje, daar hij bijgestaan wierdt door den Kabbeljaauwschen Adel, gedwongen hem voor Ruwaard te erkennen, en hem te belooven nimmer zonder zijne toestemming een huwelijk aan te gaan. Behalven de dagelijksche kwellingen, door schaarschheid van inkomsten veroorzaakt, versleet nu Jacoba, in 't vorstlijk 's Graavenhage, in stille ruste haaren jeugdigen leeftijd, zich met de Jagt vermaakende, en met andere mannelijke Uitspanningen haar voorig leed, zo veel mogelijk, verzettende.