Jairam gaat naar Nickerie
Een week later stapte ik naar de direkteur toe en zei: ‘Meneer, mag ik een dag vrij. Ik wil naar de stad. Ik wil gaan praten met de Agent-Generaal’. Dat was de baas van alle immigranten in Suriname. De direkteur vond dat goed. Want de Agent-Generaal was een vriend van hem. Dus zei hij nog: ‘Als je daar komt, bij die Agent-Generaal, dan moet je hem groeten voor me’. Ik trok mijn mooiste kleren aan en ging naar Paramaribo. Op het Immigratiedepartement ging ik praten met de Agent-Generaal.
Ik zei: ‘Meneer, ik wil een stukje grond hebben. Ik wil in Suriname blijven wonen. Maar, meneer moet me helpen. U moet me zeggen waar ik grond kan krijgen’. De Agent-Generaal luisterde aandachtig. Hij vond het een goed idee, en zei: ‘Jairam, ik ben blij dat je in Suriname blijft. Ik za! je helpen. Weet je wat, in Nickerie hebben ze een nieuwe polder gemaakt. Ik ga de commissaris van Nickerie een brief schrijven.
En dan ga ik die commissaris vragen of hij een stukje land daar voor je heeft.
En dan ga jij in die nieuwe polder wonen om met je vrouw samen daar rijst te planten. Dan kan je je rijst verkopen en dan ben je je eigen baas. Goed idee. Weet je wat, kom over twee weken weer bij me. Dan heb ik misschien al antwoord van de commissaris’. Ik was erg blij, dat de Agent-Generaal me wilde helpen. Daarom dacht ik, ik ga naar de winkel en ik koop vandaag een limonade voor mij en een voor mijn vrouw. En samen hebben we die limonade gedronken om het goede nieuws te vieren. Sopi dronk ik nooit. Ik hield er niet van. Twee weken later, vroeg ik weer een dagje vrij en ging ik weer naar Paramaribo, naar de Agent-Generaal.
Toen ik binnenkwam zat de Agent-Generaal met een lachend gezicht al op me te wachten. Hij zei: ‘Jairam, ik heb gisteren een brief van de commissaris van Nickerie gehad. Goed nieuws. De commissaris heeft me geschreven dat hij nog twee stukjes land vrij heeft. En een van die twee gaat hij aan jou geven. Twee ha voor jou. Vijftig ketting. Dan kan je daar rijst planten en flink werken samen met je vrouw. In de regentijd kan je rijst planten, in de droge tijd misschien meloenen. Je kunt er een koe op na houden en dan heb je je eigen melk. Jairam, ik feliciteer je.’ Ik lachte, vond het allemaal bizonder goed nieuws en zei: ‘Ja meneer Agent-Generaal, wanneer mag ik naar Nickerie gaan?’ ‘Weet je wat’, zei de Agent-Generaal, ‘over twee weken gaat er weer een boot naar Nickerie. Dan zal ik alles voor je regelen en dan kan je met die boot naar Nickerie gaan. Ik zal je een briefje meegeven voor de commissaris, die je precies zal vertellen waar je grondje is en waar je zult gaan wonen’. Ik haastte me naar plantage terug en hoewel ik niet veel kleren had en niet veel huisraad, zei ik tegen mijn vrouw: ‘Lakhia, kom laten we gaan inpakken’. Lakhia was ook erg blij en ze hielp mij en samen pakten we die avond alles in. Toen we naar bed gingen waren we opgewonden en van de spanning konden we bijna niet slapen. Alles was al ingepakt en nu was het wachten op die twee weken. Maar ik moest natuurlijk de direkteur gaan vertellen dat wij zouden verhuizen. De direkteur was toch ook wel een goede man. Hij was blij dat ik een eigen grondje kreeg, maar toch vond hij het niet zo leuk dat ik weg zou gaan. Dan was hij weer twee arbeiders kwijt. Toch zei hij: ‘Jairam, ik ben blij voor je. Ik feliciteer je. Ik hoop dat alles goed zal gaan in Nickerie. En als je ooit hier weer wilt komen, dan ben je welkom. Je hebt altijd goed voor me gewerkt en je mag altijd weer terugkeren’. ‘Ja meneer, dank u wel
meneer’, zei ik. En na die twee weken ging ik afscheid nemen.