deeld: historische, leerstellige en profetische. Tot de eerste klasse behooren de Evangeliën naar de beschrijving van Matthéus, Markus, Lukas en Johannes, benevens de Handelingen der Apostelen. De tweede bevat een-en-twintig Zendbrieven, door de Apostelen aan onderscheidene der eerste kerken en aan bijzondere Christenen gerigt. Het eenige profetische boek is de Apocalypsis of het boek der Openbaringen van Johannes.
De benaming evangelie wordt meer bijzonder toegekend aan de schriften der vier evangelisten, die het leven, de bediening, den dood en de opstanding van onzen Heer en Zaligmaker Jezus Christus beschreven hebben. Somwijlen wordt zij ook wel aan het geheele Nieuwe Testament gegeven. Het woord evangelie komt van twee Grieksche woorden af: eu, goed, en aggellô, ik verkondig. Het is de goede of blijde boodschap der zaligheid door Christus, op bevel van God aan alle schepselen verkondigd.