Geestelyke gesangen, opgemaekt door eenige godvruchtige sangers en sangeressen, en nu uyt verscheyde by een vergaderd
(ca. 1714)–Adriaan van Loo– AuteursrechtvrijToon: Amo tre benigne Iesu.1. Zoete Iesu, Hemels voorbeeld,
Die zuiver zonder smet,
Nergens van zond' veroordeeld,
Volmaaktelijk Gods Wet
Onderhouden hebt, die daar
Zijt het netste exemplaar,
Ei; maakt my, ei: maakt my,
| |
[pagina 102]
| |
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie
2. Neder'ge Iesu, die ootmoedig,
Slegt zonder heerlijkheid,
Schoon in deugden overvloedig,
Leefde in ned'righeid:
Die de Aardsche praal en pragt,
Lof van menschen hebt veragt,
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik ned'rig ben als gy.
3. Bees'ge Iesu, die noit ledig
In 't goede zijt geweest:
's Morgens vroeg en 's avonds bezig,
's Nagts waard gy in den Geest,
O! wat waard gy onvermoed,
Altijd bezig in het goed:
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik bezig ben als gy.
4. Hemels Iesu, die uit d'aarde,
En 't wereldsche bedrijf,
Steeds het Hemelsche vergaarde,
En tot stigtings gerijf,
Als een Hemels Alchimist,
Daar uit iet te trekken wist,
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
EI! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie.
| |
[pagina 103]
| |
Uit u mond zagtmoedig Lam,
Noit een toornig woord en kwam
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik lijdsaam ben als gy.
6. Lieve Iesu, die het leven
In 't hert was ingeprent,
En elk een zogt te believen,
Waar dat gy kwaamd ontrend;
Die niet alleen uwen vrind,
Maar uwen viand hebt bemind;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik levend' ben als gy.
7. Will'ge Iesu, die geen eigen
Wil had, of zogt alhier;
Maar den uwen kwaamd te neigen
Na 't Goddelijk bestier;
Hoe gerust, bedaard, en stil,
Boogd g'u onder 's Vaders wil,
Ei! maakt my! Ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik willig ben als gy.
8. Vyer'ge Iesu, die verteerd wierd,
Door 's Hemels vyer en gloed,
En yverde dat God vereerd wierd
Met hert en met gemoed;
Noit en waard gy kouwd of klam,
Maar steeds in een Hemel vlam;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik vyerig ben als gy.
9. Sob're Iesu, die verteerd wierd,
| |
[pagina 104]
| |
Of drinken noit de maat,
Hebt van soberheyd vergeten,
Noit deed gy overdaad,
Zonder dert'le lekkernie,
Zonder tongen heerschappie;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie,
Ei! Maakt my, ei, maakt my,
Dat ik sober ben als gy.
10. Ted're Iesu! Hoe bewogen
Waard gy met 's Naastens smert;
Hoe bermhertig, en medogen,
Hoe naamd gy die ter hert,
Yders troost, en hulp in nood,
Wat was u mee-lijden groot?
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie,
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Dat ik teeder ben als gy.
11. Kuische Iesu, zuiv're Duive
Zonder de minste smet,
Die u driften rein te buige
Wist na des Heeren Wet;
In u oog was noit een lonk,
In u hert was noit een vonk;
Ei! Maakt my, ei maakt my
Van u leven een copie,
Ei! Maakt my, ei maakt my,
Dat ik zuiver ben als gy.
12. Vroome Iesu, die met bidden
Dikwils den heelen nagt,
Zeer yv'rig den in het midden,
Van 't veld hebt doorgebragt;
O! met wat een heil'g geweld
Was u bidden dan verzeld;
Ei! maakt my, ei! maakt my,
Van u leven een copie,
| |
[pagina 105]
| |
Ei; maakt my, ei; maakt my,
Zulken bidder, Heer, als gy.
13. Geeft'ge Iesu, ô hoe geest'lijk
En Hemels was u taal;
U woord dat en was noit vleeschelijk,
't Was Hemels altemaal?
Hoe Ziel-stigtend' was het woord
Dat uit uwe mond kwam voort:
Ei! Maakt my, ei; maakt my,
Van u leven een copie;
Ei; maakt my, ei; maakt my,
Dat ik spreken mag als gy.
14. Heil'ge Iesu; wilt uitrukken,
Uit my des Zatans beeld,
En het uwe diep indrukken,
Des Zatans my verveeld;
Dat ik een met u mag zijn,
U gedaante ook de mijn,
Ei; maakt my, ei; maakt my,
Van u leven een copie;
Ei; maakt my, ei; maakt my,
Dat ik, Iesu, ben als gy.
I. Kloek. |
|