Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermdGa naar margenoot+13a Vervolghe van de selve materie op de voorgaende vose.Elas, naturken, u te sterven
dat heeft mij dickmaels seer gedaen,
maer ick hoep daervoor eens te erven
tot loon het eewigh leven saen.
5[regelnummer]
Den gheest, natur en al mijn sinnen
strijden noch dickwiels alsoo seer!
Wie desen strijt hier noch sal winnen,
dat weet alleen Godt onsen Heer.
Den gheest die moet het overhooft bliven.
10[regelnummer]
Naturken moet heel ondergaen,
men moet haer dwinghen ende driven
den gheest te sijn heel onderdaen
Ick sal se gansch en heel bedwinghen,
al sout mij kosten vleesch en bloet
15[regelnummer]
en mij veel smerten medebrenghen,
nochtans tredt ick s'onder de voet.
Daerdoor oock quallen hier te erven,
gebuert al dickwiels, dat is waer.
Want sigh aldus hier te versterven,
20[regelnummer]
valt de nature al te swaer.
Nochtans ist mij beter te sterven
dan mijnen wil te volghen hier.
| |
[pagina 177]
| |
Met sterven kopt men s'hemels erve,
versterft u dan, al valt het seur.
25[regelnummer]
Wie dat natur wil leeren sterven,
daer voor is eenen goeden raet:
sijn lusten, trecken moet hij dervenGa naar voetnoot55.
en al daer t'hert en sin op staet.
Eer dat de siel hier toe kan raecken,
30[regelnummer]
moet sij menneghe wee ontfan;
dat jeudigh hert moet dickwiels kracken,
eer dat natur wilt achter staen.
Ick wil mij heel gaen overgeven
en in den strijt verduldigh sijn;
35[regelnummer]
hier sonder ister rust noch leven,
t'moet toch hier al gestorven sijn.
Ick sal mij dan geheel gaen waghen
en voegen naer Godts wil met vlijt;
al leijdt den vijandt duijsent laghen,
40[regelnummer]
als Godt mij helpt win ick altijt.
fin.
|
|