Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+9. Dit liedeken kan gesongen worden op de vose van het voorgaende.
| |
[pagina 163]
| |
O liefde, comt in mij gewies,
plantse in mijn herteken binne.
5[regelnummer]
Comt met u vier, comt met u vlam,
doorbrant mijn siel,
o consummert en vertertse geheel.
Eijghen ist u, o Iesu, te geven,
d'liefde heeft dat voor eenen art;
10[regelnummer]
daerom liefde mij niet en spaert!
Deelt mij mede van u soet wesen.
Comt met u vier, comt met u vlam,
verbrandt geheel.
mijn ligham, sinnen, hert, gheest ende siel.
15[regelnummer]
Soete liefde, wilt mij heel ontstecken!
Verslindt mij heel in u soet vier!
O liefsten, doet mij dit faveur:Ga naar voetnoot30.
verandert al mijn quae gebrecken.
Comt met u vier, comt met u vlam,
20[regelnummer]
suijvert mijn siel,
o consummeert en vertertse geheel.
Ga naar margenoot+U vier soet, o mijnen Godt almaechtich,
stoeckt in mijn siel en hert altijt.
Treckt mij in u sonder respijt
25[regelnummer]
om t'omhelsen u wesen crachtich!
Comt met u vier, comt met u vlam,
doorbrant mijn siel,
o consummert en vertertse geheel.
Sou ick een worden met u soet wesen,
30[regelnummer]
soo moet g'mij heel maecken t'niet,
of ick sal altijt bliven iet.
Dit moet ghij mij, o liefsten, geven.
Soetsten Iesu, treckt mij in u,
| |
[pagina 164]
| |
maeckt mij heel een
35[regelnummer]
met u oversoet, godlijck wesen rein.
Comt met u vier etc.
|
|