Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+Hier volght een deel vande liedekens die gedight heeft onse weerdeghe sr. Mechteldis van Lom, salg. memorie;
| |
[pagina 146]
| |
t'Kan gesonghen worden op de vose: Bedroefde hertekens etc.
Ga naar margenoot+Een blijde tijdingh moet ick verclaren:
Emanuwel, dat soet kintien cleijn,
dat is voor ons nu alhier geboeren
van een soet maghdeken suijver en reijn.
5[regelnummer]
In eenen stal daer light hij ootmoedigh,
in een arm cribbeken op wat hoij,
die daer in rijckdom is overvloijdigh,
light nu van cou en bieft op hoij en stroij.Ga naar voetnoot1.
O siel vol minnen, comt, wilt u spoijen!
10[regelnummer]
Lopt, lopt naer betelehem met lust!
siet daer groot wonder den hemel vloijen,
Ga naar margenoot+siet Godt daer sughen een teer maghets borst.
Siet oock de Enghelkens om het seerste
comen aen lopen met soet gesanck,
15[regelnummer]
en boetschapden d'harderkens dies feeste,
die raslijck derwaerts spoijen haeren ganck.
Die Maghet Moeder ontbloodt haer borsten,
sij leijdt het kintien op haeren schoot,
den heijleghen ioseph die comt met lusten
20[regelnummer]
om te sien sughen het kindeken soet.
Het kint begint seer soettiens te spelen
met sijn cleijn hantiens op s'maghets borst,
en doet sijn moeder van liefde quelen
door sijn presenti soet vol al wellust.
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+Maria voijt hem met haere borsten;
sij gheeft aen hem hier haer vleesch en bloet,
| |
[pagina 147]
| |
maer sij wort van hem gevoijt met lusten
in haere siel, door sijn invloijen soet.Ga naar voetnoot2.
O wat een blijtschap heeft toch ontfanghen
30[regelnummer]
Maria's herte en siele soet!
als sij hem d'Eerste met groot verlanghen
omhelschdenGa naar voetnoot2.* kusten sijn mondeken root.
En ghij, o ioseph, wat moght ghij seghen,
als ghij daer saght dat soet kintien cleijn
35[regelnummer]
in eene crib soo ootmoedigh leghen?
Doen contemplerde ghij sijn liefde reijn.Ga naar voetnoot3.
Ga naar margenoot+Comt menschen al, comt hier iubileren!
Roept d'inwoonders van u siele teer
om alle vreughde te gaen hantieren
40[regelnummer]
in de geboerte blij van onsen Heer.
Hanckt op peeck cranssen en doetse brande!
Roept ut victori nu overal!
Den Conninck is gekomen te lande,
hij komt oprichten hier al ons misval.Ga naar voetnoot4.
45[regelnummer]
Comt hier nu oock, al ghij arme sielen,
in dit stalleken, soo rijcken huijs;
men gheeft voor niet aldaer schatten veelle:
dat dan niemant en blive arm te huijs.
fin.
|
|