| |
| |
| |
Afkortingen
Zie Deel I: Vormleer
1. Literatuur
AEB: Archives ecclésiastiques en Brabant, Algemeen Rijksarchief te Brussel. |
Alex.: Alexanders Geesten van Jacob van Maerlant door Dr. Joh. Franck. Leiden, A.W. Sijthoff, s.d. (Bibliotheek v. Mnl. Letterkunde). |
AOO: Archief Openbare Onderstand (bijv. Brussel: ChInf. = Chartrier de l'Infirmerie; ChSJ = Chartrier St.-Jean; ChSP = Chartrier St.-Pierre; CSP = cartulaire St.-Pierre; enz.). |
Brab.: H. Vangassen: Bouwstoffen tot de historische taalgeografie van het Nederlands. Hertogdom Brabant. 1954 (Bouwstoffen en studiën voor de gesch. en de lexicogr. v.h. Nederlands. III. Uitg. door het Belgisch interuniversitair centrum voor Neerlandistiek). |
Bst.: Middelnederlandsch Woordenboek van Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, voltooid door Dr. F.A. Stoett. Tiende Deel: Tekstcritiek en Bouwstoffen. Eerste Gedeelte (A-F) door Dr. Willem de Vreese; Tweede Gedeelte door Dr. G.I. Lieftinck, 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1927-1952. |
Franck Incl.: J. Franck: Die Inclination in Verslagen en Mededeelingen der Kon. Akademie van Wetenschappen, afd. Lett., IVde reeks, 10de deel, Amsterdam 1911. |
Franck Limb.: J. Franck: Schriften zur Limburgischen Sprache und Literatur. Taal en Letteren, VIII, 503 vv. |
G. Nk.: C. Tavenier-Vereecken: Gentse Naamkunde van ca. 1000 tot 1253 (1968; Bouwstoffen en Studiën voor de geschiedenis en de lexicografie van het Nederlands, XI). |
Gent. Stadsf.: H. van Werveke: De Gentsche Stadsfinanciën in de Middeleeuwen. Brussel, 1934 (Kon. Acad. van België, Mem., afd. Lett., coll. in - 8o, 2de R., b. XXXIV). |
H.H.: A A. Verdenius: Jacob van Maerlant's Heimelijkheid der Heimelijkheden. Amsterdam, A.H. Kruyt, 1917 (Amsterdamse diss.). |
Kessen: A.H.M.C. Kessen: Het Cancellierboeck. Leiden, A.W. Sijthoff, 1931 (Diss. Leiden). |
Kloeke Afr.: G.G. Kloeke: Herkomst en Groei van het Afrikaans. Leiden, Universitaire Pers Leiden, 1950. |
Kloeke Heeft:: G.G. Kloeke: Een oud sjibboleth: de gewestelijke uitspraak van ‘heeft’. Amsterdam, 1956 (Verh. Ned. Ak. Wet., Lett., N.R. LXIII, no 1). |
| |
| |
Kloeke Noordoost.: G.G. Kloeke: Het Taallandschap van onze Noordoostelijke provincien. Amsterdam, 1955 (Verh. Ned. Ak. Wet., Lett., N.R. dl. LXII, no 3). |
L.S.: J.H. Kern: Klankleer der Limburgsche Sermoenen. Groningen, J.B. Wolters, 1891. |
L.S. VI.: W. Prevenier: Handelingen van de Leden en van de Staten van Vlaanderen (1384-1405). Excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren. Brussel, 1959 (Kon. Commissie voor Geschiedenis). |
Med. Nk.: Med. v.d. Vereniging voor naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam. Leuven. |
Misc.: Miscellanea J. Gessler (gedrukt te Deurne bij Antwerpen door C. Govaerts), deel II, 1948. |
Moors: Joseph Moors: De Oorkondentaal in Belgisch-Limburg van circa 1350 tot 1400. Uitg. door het Belg. interuniversitair centrum voor Neerlandistiek, 1952 (Bouwstoffen en studiën voor de gesch. en de lexicogr. v.h. Nederlands II) (aangehaald naar het nummer van de oork. en het nummer van de regel). |
Nk.: Naamkunde (voortzetting sedert 1969 van Med. Nk.). |
OGN: J. Mansion: Oud-Gentsche Naamkunde. 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1924. |
Oork. Brugge: P. van Haverbeke: De 13de-eeuwse Middelnederlandse Oorkondentaal te Brugge en omgeving. Gent, 1955 (Kon. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde, reeks VI, no 74). |
Oudenaarde: M. Hoebeke: De middeleeuwse oorkondentaal te Oudenaarde: 13de eeuw - ± 1500 (Spelling en Klankleer). Gent, 1968. |
Oudenbiezen: J. Buntinx en M. Gysseling: Het oudste Goederenregister van Oudenbiezen (1280-1344). I Tekst. Tongeren, 1965 (Werken uitg. door de Kon. Commissie v. Toponymie en Dialektologie, Vla. afd., XI). |
PBB: Beitrage zur Geschichte der deutschen Sprache und Litteratur, herausgeg. von H. Paul und W. Braune. |
R.A.: Algemeen Rijksarchief te Brussel. |
Renout: Renout van Montalbaen, uitg. en toegelicht door Dr. P.J.J. Diermanse. Inleiding en teksten. Leiden, E.J. Brill, 1939. |
SPvZ: Spel van Zinnen, Album A van Loey Editions de l'université de Bruxelles, 1975 |
T.e.T.: Taal en Tongval (Antwerpen, 1949-). |
Tond. Vis.: R. Verdeyen & J. Endepols: Tondalus' Visioen en St. Patricius' Vagevuur. 2de deel, 1917. |
Veen-Berg: T. van Veen en B. van den Berg: Utrechts. Amsterdam, 1966 (Bijdr. en Meded. der Dialectencommissie vd. Kon. Ned. Ak. v. Wet., XXXI). |
Veld.: Theodor Frings und Gabriele Schieb: Heinrich von Veldeke. Die Servatiusbruchstücke und die Lieder. Halle (a. Saale), 1947 (= Beiträge zur Gesch. d. deutschen Sprache u. Lit., 68 1-75, 69 1-271). |
| |
| |
Vmap: A.C.F. Koch: Vroeg middelnederlands ambtelijk proza. Gentse keuren van voor 1240. Groningen, J.B. Wolters, 1960. |
Vorml.: A. van Loey: Middelnederlandse Spraakkunst. I: Vormleer. H D Tjeenk Willink, Groningen en De Sikkel, Antwerpen, 1976 |
Venlo: S. van der Meer: Venloer Stadttexte. Nijmegen, Dekker & Van de Vegt, 1949. |
Wijk: Franck's Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal Tweede druk door N. van Wijk, 1912. |
Willemyns Brugs: R Willemyns, Bijdrage tot de studie van de klankleer van het Brugs op het einde van de middeleeuwen Tongeren, 1971 |
ZfdA: Zeitschrift für deutsches Altertum, herausgegeben von M. Haupt |
| |
2. Tekens
A.B.: Algemeen Beschaafd Nederlands |
ald.: aldaar |
conj.: conjunctief |
n.: naast |
nhd.: nieuwhoogduits |
og.: oudgermaans |
owgm.: oudwestgermaans |
pln.: plaatsnaam |
pl., plur.: pluralis |
p.p.: participium praeterit |
sg., sing.: singularis |
vbb.: voorbeelden |
wg.: westgermaans |
|
|