Voorbericht
(Van de derde druk)
‘Ik heb me ten doel gesteld een spraakkunst te schrijven waarin de voor de beginner onmisbare hoofdzaken op de voorgrond staan; meer gevorderden vinden nadere aanduidingen, werkmateriaal en aanwijzingen voor verder onderzoek in de Aantekeningen’.
Zo ongeveer schreef ik in het (thans wel onnodig hier over te drukken) Voorbericht van de eerste druk: het doel van deze derde druk is hetzelfde gebleven; ook de opzet.
In deze derde druk is aan de historische grammatica de taak overgelaten de evolutie tot de 13de eeuw te verklaren: men raadplege hiervoor in de eerste plaats Schönfeld's Historische Grammatica van het Nederlands, en, voor meer bijzonderheden de thans op sommige punten verouderende werken van Franck en Van Helten.
Maar uitgaande van de (meest algemene) toestand van de 13e eeuw heb ik gepoogd geografische en chronologische ordening te brengen in de massa van de taalfeiten zoals we die kunnen lezen in literaire maar voornamelijk in goed gelocaliseerde en gedateerde ambtelijke documenten, tot aan het eind der 15e eeuw.
In de Aantekeningen heb ik, veel meer dan in de eerste druk doenlijk was geweest, preciezere verantwoording gegeven van de bronnen van mijn kennis.
Ik weet heel goed dat, buiten de hier geboden ordening, volledige en genuanceerde beschrijvingen, scheiding van taalsoorten, stilistische interpretaties, structurele verhoudingen problemen doen rijzen waar antwoord op verwacht wordt. Aan voorstudiën echter op dit gebied ontbreekt nog veel: het is een taak die niet door één mens alleen in enkele jaren in één boek kan worden volbracht. Het is trouwens de vraag of één grammatica die tegelijk volledig inventariserend, geografisch, chronologisch, etymologisch en historisch verklarend, stilistisch en structureel zou zijn, niet een utopie blijft.
Al geeft dit boek, op sommige punten, minder dan Van