Den gheestelycken Orpheus
(1660)–Gaudentius van Loemel– AuteursrechtvrijStemme: Geluckich is den mensch hoe wel hy veel moet lijden.1. Barbara reyne Maeght!
In Godts liefde ontsteken:
Want dees u heeft behaeght,Ga naar margenoot+
Waer om ghy zijdt geweken,
Van de Affgodery,
Des duyvels slaverny,
Om soo te wesen vry.
2. V Vader seer verblindt,
Doet eenen Toren maecken,
Waer in sijn eenich kindt
Bedenckt Godts wonder saecken,
Den rijckdom ghy verfoyt,Ga naar margenoot+
En seer in deughden bloydt
V tot den Heer soo spoyt.
3. Wie dat u hebben wouw,
Kost by u niet verwervenGa naar margenoot+
Ghy gaeft aen Godt u trouw,
Waerom ontsiet geen sterven,
| |
[pagina 92]
| |
V Vader machtigh ryck,
En kost door geen practyck
V trecken tot het slyck.
4. Het jock des Heeren soet,
Was alleen u behaghen,
Ga naar margenoot+Syn Cruysch in u gemoet,
Ghy onvermoydt woudt draghen:
Want door het Hemelsch licht,
En suyver minne plicht
Was u dit geen gewight.
5. Godt Vader, Soon, en Geest,
Ga naar margenoot+Waeren in u gedachten
Dit was al uwe feest,
Ga naar margenoot+Waer naer alleen ghy trachten:
Want door dry vensters Bruydt,
O schoone teere spruyt,
Hebt ghy ons dat beduydt.
6. V Vader boosch en fel,
Met gansch vergramden moede,
Aen uwe liefd’ rebel
Ga naar margenoot+Sijn kindt doet slaen met roeden;
Maer dit u lichaem teer,
O Bruydt van Godt den Heer
In ‘t minsten doet geen seer.
7. Dioscorus gestoort,
Vergeet sijn Vaders minne;
Want tot sijn dochters moordt,
Ga naar margenoot+Hy gansch berooft van sinne,
Gebruyckt sijn eygen handt,
In rasernye brandt,
Als een verwoedt Tyrant.
| |
[pagina 93]
| |
8. In dit seer vrome stuck,
Hebt ghy u wel gequeten;
Want ghy kost u geluck,
Des Hemelsch niet vergeten,
Soo dat des lichaems doodt,
V niet en Brocht in noodt;
Maer tot Godt Vaders schoot.
9. Bidt voor ons Barbara!Ga naar margenoot+
Dat Godt ons oock wil geven,
Den segen der gena,
Om niet berooft van ‘t leven,
Te worden al te snel.
Maer door het biechten wel.
Beschermt ons voor de hell. Amen.
|
|