poëzy beoefende, (verg. over hem Roemer, Vijfde halve eeuwfeest wegens het ontzet der stad Leiden, bl. 226 en Biogr. Woordenb. der Ned. dichters ten verv. op Witsen Geysbeek) doch deze mist, behalve de overeenkomst van naam, allen grond.
Deze Geeraert Brandtz dan, 14 October 1570 te Antwerpen geboren, trad den 25. October 1592 te Amsterdam in het huwelijk met zekere Baike Jaspers (niet Baile, zooals Glasius, Godg. Ned. art. Brandt haar noemt) ‘wordende de trouw verricht in de Kalverstraat, in het huis de halve gouden Reaal, door den predikant Joost Populier, ten bijzijn van wederzijds vaders en moeders en Francois de Schot en Dirk Alewijn, getuigen.’ Hoogstraten, Groot Alg. Woord. - Beroep en sterfjaar vond ik niet vermeld. - Hun oudste zoon, maandag den 2 October 1594, binnen Middelburg op de Borgt in de Witte Handt geboren, (Hoogstraten, t.a.p.) en ook Geeraert geheeten, was de vader van onzen geschiedschrijver. Hij vestigde zich te Amsterdam, waar zijn beroep bestond in het vervaardigen van groote en kleine uurwerken, zonnewijzers en andere mechanische aardigheden, die zoo zeer boven die van anderen uitmuntten, dat Cartesius gedurende zijn verblijf te Amsterdam kennis met hem maakte en hem in het uitoefenen van zijn bedrijf verscheidene verbeteringen aan de hand gaf: ja, zelfs zou Brandt, ten gevolge van dat verkeer, het eerst uitgevonden hebben de klokken in plaats van door touwen, zooals vroeger geschiedde, door kettingen te doen bewegen. ‘Eene bijzonderheid,’ zegt Pieter de la Rue in zijn Geletterd Zeeland, Middelb. 1741, bl. 479, ‘van welke ik het berigt te danken hebbe aan den Heere prof. A. Cattenburgh, die mij in een brief van den 2. Julij 1739 ten deezen opzigte dit volgende schreef: Wanneer ik voor 48 jaaren te Amsterdam het collegy bijwoonde van den heere prof. Jan de Ray, die,
nevens den heere Clanbergen, allereerst de Cartesiaansche philosophy te Leiden heeft geleert, en ik