Neo-Romantiek (Aart van der Leeuw, Arthur van Schendel) |
‘Sociaal’ realisme (Herman Heijermans) |
‘Neutraal’ realisme (De Meester, Robbers, Ina Boudier-Bakker) |
Alleenstaanden (Nescio, Cornelis Veth) |
Generatie van 1910
P.N. van Eyck, J.C. Bloem, A. Roland Holst, enz. |
II. Zuid-Nederland van omstreeks 1890 tot omstreeks 1920
Zoals aan het begin van de herleving van de literatuur in Noord-Nederland het tijdschrift De nieuwe gids staat, zo wordt deze periode in Zuid-Nederland beheerst door het tijdschrift Van nu en straks. Toonaangevende figuren zijn: August Vermeylen, Stijn Streuvels en Karel van de Woestijne.
Aansluitend hierop komen dan schrijvers als Maurits Sabbe, Herman Teirlinck, Felix Timmermans, e.a.
III. Noord- en Zuid-Nederland van omstreeks 1920 tot omstreeks 1940
Hoewel ook in de periode 1900-1920 Noord- en Zuid-Nederlanders over en weer aan elkanders tijdschriften meewerkten, gingen zij toch in hoofdzaak eigen wegen. Er is echter een duidelijke neiging tot eenwording, niet alleen omdat b.v. een beweging als het expressionisme zowel in Noord als in Zuid zijn aanhangers vindt, maar ook anderszins: het tijdschrift Forum b.v. heeft een redactie die uit Noord- en Zuid-Nederlanders bestaat. Wij hebben daarom van 1920 af de Nederlandse literatuur als een samenhangend geheel gezien.
De jaren 1920-1940 vormen een periode die aan beide zijden van de grens belangrijk werk opgeleverd heeft. Om hier enige overzichtelijkheid te krijgen zijn wij, zoals gebruikelijk is, uitgegaan van de in de diverse tijdschriften zich manifesterende stromingen en geesteshoudingen, - ook al is het feit dat soms de literaire stroming, soms de levenshouding prevaleert, oorzaak dat ook deze indeling niet ten volle bevredigt.
Wij komen dan tot de volgende acht groepen:
1. Ruimte |
Vlaamse expressionisten (Van Ostaijen, Moens) |
2. Het getij, De vrije bladen, Forum |
expressionisme, vitalisme, nieuwe zakelijkheid, enz. (Marsman, Slauerhoff, Ter Braak, Du Perron, Bordewijk, Vestdijk, Elsschot, Gijsen, Walschap, Brulez) |
3. Het fonteintje |
Vlaamse traditionalisten (Van Nijlen, Roelants, Minne, Herreman) |
4. De stem |
ethisch humanisme (Coster, Donker, Nijhoff, Werumeus Buning) |
5. Roeping, De gemeenschap |
rooms-katholieken (Van Duinkerken, Engelman, Coolen, De Man, Panhuysen) |
6. Opwaartsche wegen |
protestanten (De Mérode, W.A.P. Smit, Anne de Vries, Jan H. Eekhout) |