Inleiding
Waarom literatuurgeschiedenis?
1
Bij de bestudering van de geschiedenis van de letterkunde gaat onze eerste gedachte vanzelfsprekend naar:
1. | het kunstwerk. Dit wordt echter min of meer bepaald door: |
2. | de kunstenaar: het karakter, het temperament, de geaardheid van de schrijver. Om deze te begrijpen is echter, als derde factor, van belang: |
3. | de tijd, d.w.z. de periode waarin de kunstenaar leeft, immers, hoe oorspronkelijk en zelfstandig een dichter ook is, de tijd zal altijd mede zijn stempel drukken op diens werk. |
Om een kunstwerk te doorgronden zijn de twee laatstgenoemde factoren, de geaardheid van de schrijver en de tijd waarin een werk ontstaan is, van soms zeer groot belang. Natuurlijk geldt dit voor het ene geval meer dan voor het andere, maar, om een voorbeeld te noemen: wie de ridderroman Walewein zou lezen zonder iets van de ridderlijke idealen dier dagen te weten, wie Boutens zou lezen zonder iets te weten van de klassieke vorming van de dichter, - een dergelijk lezer zou alle kans lopen iets wezenlijks van deze kunstwerken voorbij te zien.
In de literatuurgeschiedenis nu krijgen wij een overzicht van de diverse perioden en stromingen die onze letterkunde beheerst hebben, terwijl wij bovendien kennis maken met een aantal belangrijke schrijvers. Daar komt nog iets bij: doordat wij de verschillende stromingen in hun opeenvolging leren kennen, zullen wij deze beter begrijpen, - wij zien dan immers hoe het ene uit het andere voortvloeit, hoe een nieuwe stroming tegelijkertijd voortzetting kan zijn van het voorafgaande, èn er, in een ander opzicht, een reactie op vormt.