Uytspanningen, behelsende eenige stichtelyke liederen, en andere gedichten
(1727)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 355]
| |
Stem: Andromeda. siet boven p. 41.I.
SAg yemand stiller weder?
De vlaggens hangen neder,
Het seyl en doet geen boet,
En al den voortgang komt ons van de tragen vloed.
II.
Dat gaat so sagjens drijven,
't Schijnt dat wy ste-vast blijven,
't Verwisselt nauwlijcx stand;
Flus was 't Cassandria, en nog is't al Cadsand.
III.
't Schijnt dat het schip om hoog-ligt,
Juyst nu my Sluys in 't oog-ligt!
En ick in hoop dus hang;
'T is lang, maar nu 'k verlang, so is het eens so lang.
IV.
't Mag wel verlangen heten,
Want als ons siel de beten
Van 't Sal, en nog niet lijd
Dan met verlangen, schijnt, verlangen wy den tijd.
|
|