Uytspanningen, behelsende eenige stichtelyke liederen, en andere gedichten
(1727)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 289]
| |
Te singen als, Menschen onvroedig, &c.I.
VLugtige jaren!
Die daar henen glijden
Als een wevers spoel;
Wat wedervaren
Doet gy ons al lijden
In des werelds woel?
Soo wy niet mickten na des Hemels doel.
Voorspoeden zyn dog
niet dan ydelheden:
En tegenspoeden
Waren haast geleden:
Oh! dat eeuwig Al!
Oh! dat eeuwig Al!
Is het Een dat ick be-oogen sal.
| |
[pagina 290]
| |
II.
Al de vermaken
Die de wereld aanbood
Uyt haar vuylen poel,
Moet ick nu laacken,
Ga naar margenoot+Die der sielen aanstoot
Levendig gevoel:
Nu ick met hert stel na des Hemels doel.
Ga naar margenoot+Onsinnig mensch! hoort!
Wat u schijnt een luyster,
Siet eens na boven,
Alles werd u duyster.
Oh! dat eeuwig' Al!
Oh! dat eeuwig' Al!
Is het Een dat ick be-oogen sal.
III.
Ga naar margenoot+Ah trouwen Heyland!
Die noyt kond versmaden
Ga naar margenoot+Die sig t' uwaards voegt;
Ga naar margenoot+Voerd my op t' Weyland
Van uw vette genoden,
Ga naar margenoot+Daar mijn siel na swoegt:
Ga naar margenoot+Soo is mijn siel in u eeuwig vergenoegt.
Al 's werelds lust gaat
Ga naar margenoot+Met de tijd verdwijnen!
Ga naar margenoot+Ey! 's Hemels vier laat
Ga naar margenoot+In de plaats verschijnen!
Ga naar margenoot+Oh! dat eeuwig al!
Oh! dat eeuwig al!
Is het Een dat ick be-oogen sal.
IV.
In dees mijn dagen,
Ga naar margenoot+Waarlijck levens nagten,
Als den tijd ontgaat,
Ga naar margenoot+Laat u behagen
Alle mijn gedagten:
| |
[pagina 291]
| |
Woorden, wil, en daad;Ga naar margenoot+
En in my groejen het woord dat levend saad
Op dat ick nog in
Dees onvrugtbre dage
U sy ten dienst, enGa naar margenoot+
Heyl'ge vrugten drage.
Oh! dat eeuwig al!
Oh! dat eeuwig al
Is het Een dat ick be-oogen sal.
V.
Oneyndig heylig!Ga naar margenoot+
Onbegrepen heerlijck!
On-toe-ganckelijck ligt!Ga naar margenoot+
Tot U men veyligGa naar margenoot+
Gaat, want al 't begeerlijck
Is in uw gesigt.Ga naar margenoot+
Was maar ons hert na u evenbeeld gestigt!
Oh! dat de heyligheyd,Ga naar margenoot+
Ciersel van uw Throone,Ga naar margenoot+
In dees mijn vreemdelingschap
Sy mijn hooft ten kroone!Ga naar margenoot+
Tot het eeuwig' AlGa naar margenoot+
Tot het eeuwig' AlGa naar margenoot+
My om Iesus wil volmaken sal.Ga naar margenoot+
|
|