Uytspanningen, behelsende eenige stichtelyke liederen, en andere gedichten
(1727)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 104]
| |
Ga naar voetnootaLied der Minne Tusschen Ga naar voetnootbEmanuel en Ga naar voetnootcSulamith, | |
op de maniere van Ga naar voetnootd Harders-Sang. Wyse: Phantastycke, &c.I.
Sulamith.
Ga naar voetnooteO Minnelijckst' Emanuel!
Emanuel mijn Leven!
Ga naar voetnootfKom set u by my neder wel?
Ga naar voetnoot+Maar wat sal ick u geven?
Ga naar voetnoothIck sal een kroon
van Lauwerieren schoon,
uw dierbaar hooft omweven.
II.
Eman.Ga naar voetnooti O onbedagte Sulamith!
Ga naar voetnootkSulamith soet van wesen!
| |
[pagina 105]
| |
Ga naar voetnootlWaar kond gy bloemen rood en wit,
Waar soud gy 't kruydje lesen,
Ga naar voetnootmDat my het breyn,
Ga naar voetnootnDat uwe minne reyn
Gevoegelijck soud wesen?
III.
Sulam.Ga naar voetnooto De blaad'ren van mijn hert, den mond
Door lipp' en tong ontschoten,
Ga naar voetnootpDe bloemenGa naar voetnootq uyt den selven grond
Ga naar voetnootrMet uw dauw overgoten;
Ga naar voetnootsDie ongemeen
Ga naar voetnoottGeweven digt in een,
Ga naar voetnootuHebben u noyt verdroten.
| |
[pagina 106]
| |
IV.
Eman.Ga naar voetnootaLaat door uw blad en bloemen heen
Door kleur en geur, van verren,
Granaat en druyf-tros onder een,
Ga naar voetnootbDoor-flonckeren als sterren;
Ga naar voetnootcSo sal ick in
Uw lieffelijcke min
O Sulamith verwerren.
V.
Eman.Ga naar voetnootdO! Sulamith! gy hebt mijn hert
Verovert met uw oogen.
Sul.Ga naar voetnooteEmanuel! gy door uw smert
Hebt my mijn ziel ontogen.
Ga naar voetnootfDus Sulamith
Emanuel besit,
Ga naar voetnootgHaar eygen ziel ontvlogen.
VI.
Eman.Ga naar voetnooth Seg Sulamith! wat was u lest
Ga naar voetnootiDat gy my liet voor deur staan?
Ga naar voetnootkIck klopt', ick riep, ick sprak om best;
Ga naar voetnootlTot my den dauw dee deur-gaan:
| |
[pagina 107]
| |
Ga naar voetnootaOf ick uw schuw,
Dan of ick ben by uw,
Voor dees' wist gy daar keur aan.
VII.
Sul.Ga naar voetnootb Ey! swijgt mijn schaamt, Emanuel;
Ga naar voetnootcGy keerde u nauwlijcx henen,
Of 't lijf sig rept ter bedd' uyt snel,
Ga naar voetnootdEn 't hert besweeck met eenen,
Ga naar voetnooteEn deed een vloed
Van Myrrhe druppen soet
Op grendel, slot, en steenen:
VIII.
Ga naar voetnootfDen oly deed het slot met lust
Opspringen,Ga naar voetnootg en ick ruckte
My stratewaart,Ga naar voetnooth 't sy dat de rust
Mijn wakend hert soo druckte!
Ga naar voetnootiOf (dagt ick) daar
Emanuel nog waar:
Ga naar voetnootkMaar laas! het my misluckte.
IX.
Eman.Ga naar voetnootl Lust Sulamith den slaap, soo (dagt
Ick) dat sy my mag derven;
| |
[pagina 108]
| |
Ga naar voetnootaSy slape dan vry voort. Sul. Ga naar voetnootb Bey; sagt!
Bey! liever woud ick sterven,
Ga naar voetnootcVan nu af aan,
Wil 't herte wacker staan,
Ga naar voetnootdLaat ick uw gunst maar werven.
X.
Eman.Ga naar voetnooteVol op is u mijn gunst bereyd,
Die 't eyndeloos behagen
Van 's Vaders Algenoegsaamheyd
Heb aan den mensch doen dagen.
Sul.Ga naar voetnootf Mijn ziele smelt
Als gy my dat vermelt,
Ga naar voetnootgMijn hert en kan 't niet dragen.
XI.
Eman.Ga naar voetnoothIa 's Hemels glansch,Ga naar voetnooti mijn errefdeel,
Ga naar voetnootkHeb ick om u gelaten,
Sul.Ga naar voetnootl Gaf ymant my dees aard geheel
Vol Rijckdom, lust en staten;
'K ruyldese weer
Voor Lauwren u ter eer
| |
[pagina 109]
| |
Ga naar voetnootmTe vlegten met Granaten.
XII.
Ga naar voetnootnWaar heen, mijn Koning? Ach en scheydt,
Ga naar voetnootoEn laat dieGa naar voetnootp son niet dalen!
Eman.Ga naar voetnootq Ia duyvGa naar voetnootr mijn bysijn u verleydt,
Gy laat uw schaapjens dwalen.
Sul.Ga naar voetnoots Dwalense? Ga naar voetnoott vliedt
Emanuel dan niet:
Ga naar voetnootuMaar helptse kop-waars halen.
|
|