Uyt-spanningen
(2005)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 582]
| |
120
| |
Stemme: Bonen plucken.Ga naar margenoot+I.Doe 't Land in dertelhedenGa naar margenoot1
Vast speelden sonder quel/Ga naar margenoot2
Doe songmen haar in vreden
Dit weervers op haar spel:
5[regelnummer]
Ons goe Patroon van Alven
Van Alven, van Alven
Sal u met sijner salven
Bestrijcken al-so wel.
| |
[pagina 583]
| |
II.So lang scheen 't voorspoock logenGa naar margenoot9
10[regelnummer]
Tot dat de weeld sijn sat/Ga naar margenoot10
En 't Goddelijk gedogenGa naar margenoot11
Een walg van dulden hadt:Ga naar margenoot12
Doe quam Patroon Duc d' Alve
Met bus/ en doos/ en salve/Ga naar margenoot14
15[regelnummer]
Doe quam Patroon Duc d' Alve
Met swaart/ vier/ galg en radt.Ga naar margenoot16
| |
III.Nu sie 'k den ouden door-ganghGa naar margenoot17
Van weeld en wellust aan;
Dies laat ick op dien voor-sangGa naar margenoot19
20[regelnummer]
Dien selven weer-sang gaen.Ga naar margenoot20
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Bestrijken, sal 't wel gaan.Ga naar margenoot24
| |
[pagina 584]
| |
IV.25[regelnummer]
Doe sagmen van het GoedenGa naar margenoot25Ga naar margenoot25-28
Nauwlijcx een beeckje gaan;Ga naar margenoot25-28
Daar nu de volle vloedenGa naar margenoot25-28
Van Gods weldaden staan.Ga naar margenoot25-28
Een andere Duc d' Alve
30[regelnummer]
Duc d' Alve Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Bestrijken, sal 't wel gaan.
| |
V.Goud silver/ Costlijckheden/Ga naar margenoot33
Huys/ ackers wel gelaan/Ga naar margenoot34
35[regelnummer]
Den Hemel afgebedenGa naar margenoot+Ga naar margenoot35
Legt gy ter wellust aan.Ga naar margenoot36
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
40[regelnummer]
Bestrijken, sal 't wel gaan.
| |
VI.Doe satmen in het duysterGa naar margenoot41
Ging onbekende pa'en;
Nu leert des waarheyts luysterGa naar margenoot43
U in Gods paden gaan.
45[regelnummer]
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Bestrijken, sal 't wel gaan.
| |
VII.Den luyster der Genaden,
50[regelnummer]
Die 't Al verbaast doet staanGa naar margenoot50
In cragt tot heylge daden/Ga naar margenoot51
Legt gy tot ontugt aan.Ga naar margenoot52
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve Duc d' Alve
55[regelnummer]
Moet u met sijner salve
Bestrijken, sal 't wel gaan.
| |
[pagina 585]
| |
VIII.Nu cunt gy 's Heren redenGa naar margenoot57
In overvloed verstaan:Ga naar margenoot58
Maar siet! in dertelhedenGa naar margenoot59
60[regelnummer]
Steeckt u de walg daar aan.Ga naar margenoot60
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Bestrijken, sal 't wel gaan.
| |
IX.65[regelnummer]
Nu can u d' onlust sluytenGa naar margenoot65
Het hert met vet belaan/Ga naar margenoot66
En waarheyts cragt daar buyten,
Moet laas! daar buyten staan!
Een andere Duc d' Alve
70[regelnummer]
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Genesen, sal 't wel gaan.
| |
X.Het soete juck te dragenGa naar margenoot73
(Der andrer onbelaan)Ga naar margenoot74
75[regelnummer]
Laat gy u niet behagen/
Maar wilt in vryheyd staan.
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
80[regelnummer]
Dat leeren, sal 't wel gaan.Ga naar margenoot80
| |
XI.Gy wilt u aartsche ledenGa naar margenoot81-82
Niet naar het leven staan/Ga naar margenoot81-82
Maar groeyt in vleeschlijckhedenGa naar margenoot83Ga naar margenoot83-84
Door 't Geestelijk vermaan.Ga naar margenoot83-84
85[regelnummer]
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Versterven, sal 't wel gaan.Ga naar margenoot88
| |
[pagina 586]
| |
XII.De Bannen en de Vloeken,Ga naar margenoot89-92
90[regelnummer]
's Lands dodelijck venijn/Ga naar margenoot89-92
En wilt gy nu niet soecken:Ga naar margenoot89-92
Hoe sig het Land verquijn.Ga naar margenoot89-92
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
95[regelnummer]
Moet u met sijner salve
Die wijsen, sal 't wel sijn.Ga naar margenoot96
| |
XIII.Uw wrede Spotternyen
Op 't vriendelijck Vermaan/
Moeten sy duldig lij'enGa naar margenoot99
100[regelnummer]
Die in Gods vrese staan.
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Doen swijgen, sal 't wel gaan.
| |
XIV.105[regelnummer]
Wie weet wat dertelhedenGa naar margenoot105
(Rigt gy een Maaltijd aan)
Van pragt en leckerhedenGa naar margenoot107
Op tafel moeten staan.
Een andere Duc d' Alve
110[regelnummer]
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Vermag'ren, sal 't wel gaan.Ga naar margenoot112
| |
XV.Uw sugt na leckernyenGa naar margenoot113
Na vremde spijs en wijnGa naar margenoot114
115[regelnummer]
Den Hemel niet te lij'enGa naar margenoot115
Eyscht vreemde Medicijn.
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
120[regelnummer]
Genesen, sal 't wel sijn.
| |
[pagina 587]
| |
XVI.Dat maten-lose truppelenGa naar margenoot121
Op 't matig snaren-gaan/Ga naar margenoot122
Dat Christe-lose huppelenGa naar margenoot123
Eyscht andre maat-te-slaan.Ga naar margenoot124
125[regelnummer]
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Bestrijcken, sal 't wel gaan.
| |
XVII.De Pragt in uw gewaden
130[regelnummer]
Van Goud/ sijd/ en satijn/
Daar meed gy gaat beladen
Moet af-geligtet sijn.Ga naar margenoot132
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
135[regelnummer]
Moet u met sijner salve
Ontlasten, sal 't wel sijn.
| |
XVIII.Dwaas sijt gy in t' ontblotenGa naar margenoot137
Van dat en schaamt en pijnGa naar margenoot138
U raden/ dat geslotenGa naar margenoot139
140[regelnummer]
En wel behuyst moet sijn.Ga naar margenoot140
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet u met sijner salve
Besinnen, sal 't wel sijn.Ga naar margenoot144
| |
XIX.145[regelnummer]
My deert dat so veel seerenGa naar margenoot145
U 't aansigt altemaalGa naar margenoot146
Met plaast'ren doen onteeren;Ga naar margenoot147
Een goeden Meester haal.Ga naar margenoot148
Ons goe Patroon Duc d' Alve
150[regelnummer]
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Sal u met sijner salve
Wel helpen van die quaal.
| |
[pagina 588]
| |
XX.
Gy knevelt u in boeyenGa naar margenoot153
Van linnen en van kant/
155[regelnummer]
Die commerlijck vermoeyenGa naar margenoot155
Uw armen en uw handt.
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Helpt u met sijner salve
160[regelnummer]
Wt d' een in d' ander band.Ga naar margenoot160
| |
XXI.De valsche lock uw wangenGa naar margenoot161
Bedeckt; vol asch en stoffGa naar margenoot162
Comt op uw borsten hangen
Van hals en schouders off.Ga naar margenoot164
165[regelnummer]
Ons' goe Patroon Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Sal u met sijner salve
Opligten uyt dien stoff.Ga naar margenoot168
| |
XXII.Van wijsheidt, dunkt my/ sugtenGa naar margenoot169-172
170[regelnummer]
De lieden/ die bela'enGa naar margenoot169-172
Niet sien of goede tugtenGa naar margenoot169-172
Doen 't land te gronde gaan.Ga naar margenoot169-172
Een andere Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
175[regelnummer]
Sal u met ogen-salve
Dit sien doen, en verstaan.
| |
XXIII.Wat dav'ren onse Kercken?Ga naar margenoot177
Bey! segt gy/ onsen throonGa naar margenoot178
En lydt geen schotsche ClerckenGa naar margenoot179
180[regelnummer]
Nog sulcke Godes Boo'n.Ga naar margenoot180
Ons' goe Patroon Duc d' Alve
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Sal u met tover salve
Haast koock'len van dien throon.Ga naar margenoot184
| |
[pagina 589]
| |
XXIV.185[regelnummer]
Ba! nu sal u niet dwingenGa naar margenoot185
Kerck-dienst nog Kerken-raad/Ga naar margenoot186
Nog croon nog throon ontwringenGa naar margenoot187-188
Dat Anti-Christisch Saad!Ga naar margenoot187-188
Een andere Duc d' Alve
190[regelnummer]
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Sal u met sijner salve
Haast vryden van dat quaad.Ga naar margenoot192
| |
XXV.So gy de tijd wilt weten!
Ick ben Propheet/ nog soonGa naar margenoot194-195Ga naar margenoot194
195[regelnummer]
Van eenen der Propheten/Ga naar margenoot194-195
Alleen segg/ Dat PatroonGa naar margenoot196
Dat ons/ Patroon Duc d' AlveGa naar margenoot197
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet maken met sijn salve
200[regelnummer]
Van dees Melaatsheyd schoon.Ga naar margenoot200
| |
XXVI.Of 't Spaansche of Franschen BalsemGa naar margenoot201-204
Of 't Sweedsch (met Deenschen traan)Ga naar margenoot201-204Ga naar margenoot202
Of 't Schotsch' of Duytschen alsemGa naar margenoot201-204Ga naar margenoot203
Sal sijn; can ick niet ra'en.Ga naar margenoot201-204Ga naar margenoot204
205[regelnummer]
Althoos Patroon Duc d' AlveGa naar margenoot205
Duc d' Alve, Duc d' Alve
Moet ons met sijner salve
Bestrijcken sal 't wel gaan.
Oogstmaand 1659.Ga naar margenoot+
N.B. De Heere Godt heeft ons door d' uyt-comst geleerd, dat 't Jaar 1672. daar toe bestemd en de Francoysen daar toe vercoren waren, die 't op die tijd tot so verre hebben uyt gevoerd. Dog nog en is de ware genesinge van Syon niet geresen. Jer. 8:22.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 590]
| |
Den medicijn-meester Duc- d'Alba. Een boetedicht dat in 1660 als anoniem pamflet is verschenen en later in gewijzigde vorm in de Uytspanningen is opgenomen. De hoofdgedachte is dat God het Nederlandse volk door middel van oordelen zal straffen, wanneer het zich in allerlei zonden blijft uitleven. De dichter memoreert dat God in de zestiende eeuw Alva als een roede heeft gebruikt voor het volk dat ‘in dertelheden Vast speelden sonder quel’ (r. 1-2). Het is L.'s overtuiging dat de volkszonden, die hij om zich heen ziet, evenmin ongestraft zullen blijven. De zonden die hij in deze tekst aanwijst, zijn een goddeloos volksleven (str. IX-XII), spotzucht (XIII), overdaad van spijs en drank (XIV-XV), dans (XVI), weelderige en onzedelijke kleding (XVII-XXI) en verachting van getrouwe predikers door de overheid (XXII-XXIV). Het idioom van deze tekst vertoont overeenkomsten met dat in tekst 50, Het jonge en onbecommert leven, waarin ook sprake is van boeien van kant, door lokken overdekte wangen, het ontbloten van ledematen en de zucht naar lekkernijen. In de inleiding en in strofe I verwijst L. naar een zestiende-eeuws lied over ‘Ons patroon van Alven’. Uit het feit dat dit niets met Alva te maken heeft, maar ontleend is aan een refrein uit een esbattement over de patroon der alven (d.i. van de zotten) uit 1561, heeft men geconcludeerd dat de dichter en de historici op wie hij zich beroept, het lied niet begrepen hebben, vgl. Buijnsters, 127. Van een misverstand behoeft echter geen sprake te zijn, zeker als men ziet dat L. de patroon der alven en Alva niet vereenzelvigt, maar terdege onderscheidt (zie str. I en II). Misschien heeft de dichter niet verder willen gaan dan het wijzen op een betekenisvolle overeenkomst in benaming tussen degene over wie het dartele volk een liedje zong en de ijzeren hertog die God enkele jaren daarna tot tuchtiging van datzelfde volk heeft gebruikt. Door de inhoud van het slot (vanaf str. XXIII) is dit gedicht niet alleen een boetgedicht, maar ook een actueel politiek manifest. De tegenstand tegen L. en andere door het puritanisme beïnvloede predikanten, ‘schotsche Clercken’, r. 179, is te plaatsen binnen het zich in Utrecht toespitsende conflict tussen kerk en overheid rond 1659. Over de literaire kwaliteit van het gedicht wordt gunstig geoordeeld. De drievoetige jambe gaat gepaard met een korte, trefzekere formulering en het in lichte mate gevarieerde refrein krijgt gaandeweg een steeds klemmender betekenis, waardoor deze tekst de vergelijking met Vondels hekeldichten kan doorstaan.
Lit.: Van Es, 357; Proost, 113-114; Enklaar, 84-86; Buijnsters, 17, 127-135 (T), Trimp (1), 40-42, 44, 51, 69 (noot 2), 89; Trimp (3), 79-80, 168; De Vrijer (2), 9; De Beaufort, 123-124, 140; IJzerworst, 82-91 (T); De navorscher II, 215, III, 219-211. |
|