Uyt-spanningen
(2005)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 551]
| |
114bTe singen als/ Hoe schoon ligt ons de Morgen-ster.Ga naar margenoot+I.
O Heylig! Heylig! Heylig Heer!Ga naar margenoot1
Die boven alle loff/ end' eer
Oneyndig sijt verheven:
Vergeeft ons dat wy (walgelijck
5[regelnummer]
In schuld/ nochtans) vrymoediglijck
Ons tot uw loff begeven.
Dat stoff// Uw loffGa naar margenoot7
Met uw Englen// derven menglen/Ga naar margenoot8
End dus veyligGa naar margenoot9
10[regelnummer]
Roepen/ Heylig! Heylig! Heylig!:
| |
II.Gy sijt/ Heer self uw Heerlijckheyd
En dies en krijgt geen weerdicheydGa naar margenoot12
Van tongen/ die U singen.
Het is de Heerlijckheyd van 't StoffGa naar margenoot14
15[regelnummer]
Haer aardsche herten met Uw LoffGa naar margenoot15
Ten Hemel in te dringen.
Loff sy// hem dieGa naar margenoot17-20
's Hemels staten// woud verlaten/Ga naar margenoot17-20Ga naar margenoot18
End' dees' aerdeGa naar margenoot17-20
20[regelnummer]
Met den Hemel heylsaem paerde!Ga naar margenoot17-20
| |
III.Ey! was ons' hert en tong bereydGa naar margenoot21
Om d' onbegrepe MajesteytGa naar margenoot22
Met d' Englen uyt te schatren!Ga naar margenoot23
Wy kennen nu geen Helicon,Ga naar margenoot24
25[regelnummer]
Maar snacken na de saalge BronGa naar margenoot25
Van 't Heylig Bloed, en watren.Ga naar margenoot26
Dat Bloed// ons voedt/
En die springen// Altijd bringenGa naar margenoot28
Nieuwe GeestenGa naar margenoot29
30[regelnummer]
Tot Genad'- en Glory-feesten.Ga naar margenoot30
| |
[pagina 552]
| |
[pagina 553]
| |
IV.Komt/ Heere, met Uw Glory dra!Ga naar margenoot31
Hier houden wy het in Gena,
Soud Glory nog te vroeg sijn.
Dat dan nog feest/ nog sang/ nog vreugd
35[regelnummer]
Ons anders dan in u verheugt/
Dat sal ons hier genoeg sijn.
O Son!, dien BronGa naar margenoot37
(Die ons in den// Aanvang minden/Ga naar margenoot38
En weer brandenGa naar margenoot39
40[regelnummer]
Doet) dien heylgen wy Offranden.Ga naar margenoot40
| |
V.Hier vieren wy het Vreugde-Feest
Van TWEE, die Lichaem/ siel/ en geest
In Egt te samen mengen.Ga naar margenoot43
Treckt ons' hert tot U op/ bereydGa naar margenoot44-46
45[regelnummer]
Om all ons' uytgelatenheydGa naar margenoot44-46Ga naar margenoot45
Tot U alleen te brengen.Ga naar margenoot44-46
Gy wilt// Heer mildGa naar margenoot47
Vol van deugden// Sijn ons' vreugden;
En dan smadenGa naar margenoot49
50[regelnummer]
Wy all 's werelds dert'le paden.Ga naar margenoot50
| |
VI.O Heilig Vader! die den Egt
Gestelt hebt/ als den mensch opregtGa naar margenoot52-53Ga naar margenoot52
En vleckeloos U eerde.Ga naar margenoot52-53Ga naar margenoot53
Uw trouwe goedheyd loven wy/
55[regelnummer]
Die deser droefheyd in soo blyGa naar margenoot55
Een Huwlijcks-bond verkeerde.Ga naar margenoot56
Hoe soet// Is 't goed
Van twee herten// Die haar smerten
t' Samen dragen;
60[regelnummer]
End U tot haar heyl behagen!Ga naar margenoot60
| |
[pagina 554]
| |
VII.Haer herten bond Gy t' saam in d' Egt:
Soo wilt oock beyder siel opregt
In Jesu t' samen-voegen.
Sijt Gy haar Heyl, haar Troost, haar Goed;
65[regelnummer]
En dan haer sielen magtig doetGa naar margenoot65
Sig daer in vergenoegen.
Uw Heyl, Sy 't seyl/
Om u Hoogte, Wt dees' droogteGa naar margenoot68
Te Bevaren
70[regelnummer]
Tot den troep der Englen-scharen.Ga naar margenoot70
| |
VIII.Laat Hy uw volck de heyl'ge paenGa naar margenoot71
Des waarheyds leren in-te-gaan/
En stigten met sijn voorgaan.
Sy ligtte met haar troost de swaertGa naar margenoot74
75[regelnummer]
Van 't werck/ en met den troep gepaertGa naar margenoot75
Ga onder d' andre voor-aen.Ga naar margenoot76
Dat Hy, dat Sy
Als twee Ligten, t' Samen stigten/Ga naar margenoot78
End in 't bloeyen
80[regelnummer]
Van Uw lieve Zyon groejen.Ga naar margenoot80
PAUSE. | |
IX.Heff op/ ons' siel/ heff hoger op!
Heff all uw geesten in den top/Ga naar margenoot82
Treck hoger op uw snaren.Ga naar margenoot83
En stuyr uw Psalm, uw Vreugde-stem
85[regelnummer]
Van Cana na JerusalemGa naar margenoot85
Daar Godes Soon gaat paren.Ga naar margenoot86
Daar 's stoff// om Loff
sHeren wijsheyd// die ons wijs leydt
Toe-te-singen
90[regelnummer]
Met de schaar der Hemelingen.Ga naar margenoot90
| |
[pagina 555]
| |
X.Der Englen schaar (soo sonderlingGa naar margenoot91
In wijsheyd) met verwondering
Na soo een hogen top sien.Ga naar margenoot+Ga naar margenoot93
En souden wy van d' Egt, (gelijckGa naar margenoot94-95
95[regelnummer]
Des Hemels salig Huwelijck)Ga naar margenoot+Ga naar margenoot94-95
Na dit geheym niet opsien?Ga naar margenoot96
Siet daar// dat paar
Was voor desen// Twee in wesen/Ga naar margenoot98
Een ist heden:
100[regelnummer]
Soo is Jesus met sijn leden.Ga naar margenoot100
| |
XI.O! onbegrijpelijck Besluyt!
Wie druckt de diept' en hoogten uyt
Van sulcke seldsaemheden?Ga naar margenoot103
Gods Eeuwig, Eenig, Heylig Soon
105[regelnummer]
Verlaat sijn Eeuwig Erref Throon/Ga naar margenoot105
En paart sig met sijn Leden.
Hier paart// hier gaartGa naar margenoot107
Wolck en Luyster, Ligt en duysterGa naar margenoot108
Dood en Leven:
110[regelnummer]
't Stoff wert Hemel-hoog verheven!Ga naar margenoot110
| |
XII.Wie agt te regt d' on-saalge rampGa naar margenoot111
Van onse sielen/ als den damp
Van sond' ons had beneveld?
Den luyster van Gods Beeld verdooft;Ga naar margenoot114
115[regelnummer]
Van 't Eynde-loos Vol-op berooft;Ga naar margenoot115
In slaverny gekneveld:
Hier Lust, daar Rust,Ga naar margenoot117
Goed en baten// Ampt en staten/Ga naar margenoot118
De'en ons draven/
120[regelnummer]
Snooder dan lijf-eygen slaven.Ga naar margenoot120
| |
[pagina 556]
| |
XIII.Geen voeglijck deugden-kleed (den cierGa naar margenoot121
Van 't reedlijck schepsel) maar den swierGa naar margenoot122
Van d' ydelheyd ons deckte.
Geen Hemelsch Manna, maar den draffGa naar margenoot124
125[regelnummer]
Van leckre spijs en dranck/ tot straff
Meer/ dan tot voedsel streckte.
Maar oh!// Maar oh!
Onse schulden// (Die vervuldenGa naar margenoot128-129
't Eeuwig oordeel/)Ga naar margenoot128-129
130[regelnummer]
Bluschten dan nog 't wereldsch voordeel.Ga naar margenoot130
| |
XIV.Dit sag des Hemels GoedicheydGa naar margenoot131
Erbarmend' aan/ en seyd; daar leytGa naar margenoot132
Mijn Heerlijckheyd, mijn aan-sien:Ga naar margenoot133
'k Verduyster al mijn Luyster/ endGa naar margenoot134
135[regelnummer]
Neem 't Beeld aan van die 't Mijne schend'/Ga naar margenoot135
En wil hem 't Mijn weer aan-bien.
Hy duld'/ ons' schuld/Ga naar margenoot137
En doet dagen// 't Wel-behagenGa naar margenoot138
Dat ons' banden
140[regelnummer]
Slaackt/ end' ons in Min doet branden.Ga naar margenoot140
| |
XV.Hy toont ons in sijn Beeld, het BeeldGa naar margenoot141Ga naar margenoot141-142
Daar 's Hemels deugd volmaeckt in speelt/Ga naar margenoot141-142Ga naar margenoot142
In Nedricheyd, in Ootmoed,
In maticheyd, in reynicheyd,
145[regelnummer]
Die Godes wil, in als bereyd/Ga naar margenoot145
Gehoorsaem tot de dood doet:
Die 't sagt// die pragt/Ga naar margenoot147
Ampt en staten// Goed/ en baten
Kond versmaden
150[regelnummer]
In soo heyl'ge deugd-gewaden.Ga naar margenoot150
| |
[pagina 557]
| |
XVI.Hy maeckt ons met sijn Rijckdom rijck,Ga naar margenoot151
Tot kindren van sijn Koningrijck;Ga naar margenoot152
En sig tot onse spijse.Ga naar margenoot153
Op dat ons' Siel in hoogen moedGa naar margenoot154
155[regelnummer]
En door soo saalgen spijs gevoed
Soud wandlen na sijn wijse.
Met deugd, met vreugd
Hy ons' Naacktheyd, En mismaacktheyd
Rijck bepeerelt;Ga naar margenoot159
160[regelnummer]
Trots de pragt van d' ydle wereld.Ga naar margenoot160
| |
XVII.Waer is die Siel/ die wel besindGa naar margenoot161
Niet ydelijck gelooft/ maar mint,Ga naar margenoot162
Maar hert en Wil ten Egt brengt?Ga naar margenoot163
Die werld end' all om Iesum haat;Ga naar margenoot164
165[regelnummer]
Die lust, en sin om Iesum laat;Ga naar margenoot165
Dien Iesus regt te regt brengt?Ga naar margenoot166
Hy hoort// Geen woord:
Maar sijn stappen// na te trappenGa naar margenoot168-169
Sonder uyt-spat/Ga naar margenoot168-169
170[regelnummer]
Is in desen Egt de Bruyd-schat.
| |
XVIII.Des Heylgen Jesus salig Beeld
d' Onsaalge sielen meed-gedeeldGa naar margenoot172
Is al haar vreed'/ haar leven.Ga naar margenoot173
Wat sal/ (O mensch) dien ydlen roem
175[regelnummer]
Van vryheyd van den Dood en Doem/
U/ buyten dit Beeld, geven?
Als gy// on-vryGa naar margenoot177
Door de kluystere// Van uw duystreGa naar margenoot178
Lust/ niet breecken
180[regelnummer]
Wilt/ en in die Dood blijft steken.
| |
[pagina 558]
| |
XIX.O! Jesu! Heylig' Heyligheyd
Der Heyligheden! Suyverheyd!
En wesentlijcke Goedheyd!
Wy sugten naer uw Bloed; om datGa naar margenoot184
185[regelnummer]
Uw Geest (ons' een'ge sielen-schat)
Ons' leven in uw Bloed leyt.Ga naar margenoot186
Wat soud// ons 't stoutGa naar margenoot187-188
Tot U komen// Kunnen vromen/Ga naar margenoot187-188Ga naar margenoot188
Was dit Leven,
190[regelnummer]
Ons niet door uw Bloed gegeven?
| |
XX.O! Heylge Jesu! dien de lustGa naar margenoot191-193
Tot onse rust uw eygen rust/Ga naar margenoot191-193
En Heerlijckheyd deed derven:Ga naar margenoot191-193
Geen lust ons lust/ dan uwe Lust.Ga naar margenoot194
195[regelnummer]
Ons' hert noyt dan in 't uwe rust.Ga naar margenoot195
Doet onsen wille sterven.
Soo sal// ons' Al;Ga naar margenoot197
Wil en sinnen// Treck en minnen/Ga naar margenoot198
Hoop/ en Vresen/
200[regelnummer]
Niet/ off enckel JESUS, wesen.Ga naar margenoot200
| |
[pagina 559]
| |
Bruylofs-gesang. Bruiloftslied bestemd om tijdens een christelijk huwelijksfeest gezongen te worden. Het opvallende is, dat hierin nauwelijks of niet gesproken wordt over de lichamelijke vereniging van man en vrouw, terwijl ook de maatschappelijke aspecten, zoals de verschillende verplichtingen van de echtgenoten, slechts zijdelings ter sprake komen. De dichter legt alle nadruk op het uiten van wensen met betrekking tot het geestelijke leven en, in tekst 114b, op de voorstelling van het huwelijk als afschaduwing van de band tussen Christus en de gelovigen.
De eerste vier strofen van Bruylofs-gesang, tekst 114a, vormen een inleiding op het eigenlijke bruiloftslied, waarin aangegeven wordt wie wel en wie niet tot Gods eer zingen. Dit tekstgedeelte is een goed voorbeeld van de wijze waarop men binnen de Nadere Reformatie streefde naar de heiliging van alle facetten van het openbare leven, dus ook het vieren van een bruiloft. Men dient als christenen ‘in den Geest’ (r. 2) te zingen en Jezus' voorbeeld te volgen door afkerig te zijn van overdadig eten en drinken. De strofevorm is gelijk aan de eerste zes regels van de strofen in het eigenlijke bruiloftslied. Tekst 114b, het eigenlijke bruiloftslied, begint met een gebed (str. I-IV). Daarin wordt de wens uitgesproken op het feest tot Gods eer te mogen zingen en tot lof van Gods Zoon, Die de aarde met de hemel verbond. De dichter neemt afstand van alle aardse (ook literaire) opsmuk door Christus' bloed als bron van vreugde te plaatsen tegenover de bron Hippokrene op de Helicon, de berg der muzen. In het tweede gedeelte (str. V-VIII) wordt kort ingegaan op de huwelijksplechtigheid zelf en worden het bruidspaar enkele wensen toegevoegd. Uit dit gedeelte valt af te leiden dat de pas gehuwden nu samen gelukkig mogen zijn, na eerst in droeve omstandigheden te hebben verkeerd. Na de ‘Pause’ volgt de eigenlijke kern van het lied (str. IX-XX). De dichte verheft de harten van de zangers van Kana naar Jeruzalem (r. 85) en bezingt uitvoerig het aardse huwelijk als beeld voor de mystieke gemeenschap tussen Jezus en de kerk. In de twee slotstrofen sluit de ‘lust’ naar het bloed van Jezus zodanig het bestaan van alle andere begeerten uit (r. 194), dat men zich zou kunnen afvragen of het gepast is het lied op een bruiloft te zingen. Proost is van mening dat L. teveel uit het oog verloor, dat godsdienstige zaken niet onverenigbaar behoeven te zijn met de menselijke natuur, Proost, 102. Trimp spreekt geen waardeoordeel uit, maar stelt dat geen Nederlandse dichter de relatie tussen ware kuisheid en de geestelijke liefde tot Christus zozeer heeft benadrukt als L. heeft gedaan, Trimp (3), 96.
Lit.: Proost, 102; Trimp (1), 16, 49, 78, 101-102, 113; Trimp (3), 57, 96, 170; Schenkeveld-van der Dussen, 50-60. |
|