Melodie: Het ontbreken van melodie en melodie-aanduiding geeft aan dat de inleiding wellicht niet bedoeld is om te zingen, hoewel de inleidende strofen te zingen zijn op de eerste zes regels van de melodie bij 114b.
Koon'gen: koningen. Strofe II wordt geciteerd in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen, ‘Bruiloftsdichten in de tale Kanaäns: het probleem van de onverstaanbaarheid’, in: NTg, 75 (1982), 50-60.