Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– AuteursrechtvrijTe singen als Petit Bordeaux, siet boven p.181.SChipper! siet gy daar wel leggen
Vijf, ses schepen, digt aan
Als gejuckt! wat wil dat seggen?
| |
[pagina 303]
| |
Denck ick: of waar wil het heen!
Laat eens sien; 't sijn die Soldaten
Die gelast sijn hier van daan
Op patenten van de Staten
Na den Briel te moeten gaan.
Nauwlijcx was den brief gecomen
Of 't was haast u! spoed u! ras!
Rust dag! die dient waargenomen,
Als 't eens beter comt te pas.
's Rust-dags moestmen 't goedje packen
Alle ding moest Rustdags scheep
't Scheen het heele Land wou sacken
En de nood wel dapper neep:
Schoon daar was geen ty om varen
't Wagten leed geen Risico,
Niet en con 't geloop bedaren,
Hoger magt verstond het soo.
Ist nu niet wel voort gecropen!
Digsdags wagt'den wy ons Ty,
En (siet hoe gemacklijck) lopen
Haar by Rammekens verby.
Hoort eens Schipper! all' ons dagen
Moetmen na der Winden Heer
En sijn sterckte pligtig vragen Ga naar margenoot+
End; Hem soecken even seer.
Maar den Dag der gaderingen
Sonder Nood-of-Liefde-dwang
Niet versuymen; dog ons dingen
Schicken tot den Rust lo lang.
Daar hoort sterven tot ons leven.
Als den Segenaar 't gebiedt
Can oock Stil-staan segen geven.
Rustdag woelen vordert niet.
|
|