Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 245]
| |
Toon: Chermets secrets.I.
ONeyndig Ligt! die 't Hemelsch heyr gestaackt
Hebt in sijn vaste dreven:
En na dien trant uw Woord hebt vast gemaackt,
In 't nieuw Iaar schept my een nieuwe lust
Die noyt en werd geblust,
Na 't Goddelijke Ligt met Hemelsch vier geschreven
Verheven roem van 's Siels volmaackte rust.
II.
't Gesternt gewelf gevoechelijck gepaart
Hebt g' aan den mensch gegeven;
Maar voor uw volck een beter Ligt gespaart.
In 't nieuw-jaar schept my etc.
| |
[pagina 246]
| |
III
Waar toe sou 't ligt van Son, en Maan, en ster
Ons dagelijcx doen leven?
Moet, leyder! dit Ligt altijd staan van verr'?
In 't nieuwe jaar schept my een nieuwe lust
Die nog en werd geblust,
Na 't Goddelijke Ligt met hemelsch vier geschreven,
Verheven roem van 's Siels volmaackte rust.
IV.
Daar vangt dien helt sijn ordening we'er aan
Van u hem voor geschreven:
En waarom soud u gunste stille staan?
In 't nieuw jaar schept etc.
V.
Verligt sijn glans des werlts duystren hoeck?
Wat is u Ligt ons even
Als d' onlust van een toegesloten boeck?
In 't nieuwe Iaar etc.
VI.
Laat liever 't oog nog peerl nog Diamant
Nog watter is verheven,
Oyt sien, dan blind sijn voor dit dierbaar pand.
In 't nieuwe jaar schept my etc.
VII.
Waar is mijn hert in schepselen verstrickt
't Verbijstert hert gebleven!
Helas! door dorre schepselen verstrickt!
In 't nieuwe Iaar etc.
VIII.
Maar als de Son geen cruyd te voorschijn brengt
Als naar een verschen regen
Die d' aarde sap en ons de vrugten schenckt,
So doet in 't nieuwe Iaar een nieuwen Geest,
Die met my lesend leest,
Op 'thert dat dorr en droog is, dalen als een segen:
Dan spruyt mijn heyl, maar, Heer, uws naams Eer meest.
|
|