Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen(1676)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Toe-tred tot 's Heeren H. Sacrament. ICk dagt sou 't hert beset met so veel sonden Opdringen tot dat Heyl, en daar gena Verwagten? beyd wat! niet so stout, wan dra Vond ick mijn siel van 't heylig Regt verslonden. Dit peynsend was des Heren inspraack veerdig, Die vraagde 't dubbend hert, wat soeck gy hier! 't Hert sey, de Cragt der waarheyd, die als vier My suyver wand'len maack, en uw Dienst weerdig. Com dan vry (seyd de Gods-spraack) want het hert Dat door mijn wet verstockter wierde, werd Nu door Gena gesogt, en so gevonden: So grijp ick (sey de siel) volmondig toe, En eygen die Gena so cragtig; doe Gy 't stenig hert maar smelten in uw wonden. 9. Wijnmaant 1659. Vorige Volgende