Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
Op de wijs van Repicavan.I.
NU laat gy Heer Uw knegt in vrede gaan,
Den weg van al het sterfelijcke vleesch
Den weg van al het sterfelijcke vleesch,
Die al mijn heylge Vaderen traden:
Ik ben dees' aarden en dees moeyte sat,
Ick ben dees aarde
Ick ben dees aarde en dees moeyte sat.
II.
So ga ick dan
Na 't woord aan my geschiet,
Want ick uw salicheyd nu heb gesien:
Want ick uw etc.
Dat Heyl, so heylig, so salig, so claar,
Dat sig verwondert al het hemelsch Heyr.
Dat sig verwondert etc.
| |
[pagina 13]
| |
III.
Godt self vertoont
Sig in 't veragte vleesch,
En deckt sijn heerlijckheyd met so een wolck:
En deckt etc.
Om heerlijckheyd en leven te geven
Aan alle Volcken, daar de Sonne rijst.
Aan alle etc.
IV.
Nu staat den bergGa naar margenoot+
Van 't heylig heerlijck huys,
Uw Syon schoon, op aller bergen top:
Uw Syon etc.
Een opgesteken Baniere om hoog,
Daar al 't benaude henen vloeyen sal.
Daar al 't benaude etc.
V.
Aen 't Heydendom
Een ligt vol vrolijcheyd,
En dat haar leyde door dees doos-valley:
En dat haar etc.
Aan uw verkoren Israel een glansch
Vol Heerlijckheden. Hallelu-jah.
Vol etc.
1. Loumaand 1666. |
|